Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Natuurlik maakte men de verkleinformen van eigennamen ook op deze wyze, en schreef die namen met g, gen. Als de namen van groningerlandsche, drentsche en oostfriesche koffen en tjalken en schuiten krijgt men in Holland zulke namen onder d' oogen. Deze oude form is in eenige geslachtsnamen tot den dag van heden bewaard gebleven.
De dageliksche spreektaal was daar steeds, sedert de 16de eeu, en nog heden, een sterk nederlandsch gekleurd Nederduitsch, dat ook nog talryke sporen van de friesche taal vertoont, en oorspronkelik geheel de zelfde friso-saksische gouspraak is die ook eigen is aan de groningerlandsche gouen.
En eindelik, op ns uitgaande en dezen vooral zijn kenmerkend groningerlandsche namen: Addens, Alkens, Deddens, enz. Al deze namen zijn eenvoudig vadersnamen van friesche, en wel meest van groningerlandsch-friesche mansvóórnamen. Zy allen kunnen hier niet nader verklaard en besproken worden; slechts drie van elke groep wil ik daartoe nemen.
In de zuiver-saksische en friso-saksische gouspraken staat het woord lutje, ook lutke, in de plaats van 't algemeen-nederlandsche klein. Van daar de groningerlandsche geslachtsnaam Lutje, een tegenhanger van Klein, en Lutkemeyer, Lutjens en Lutgens, nevens Kleintjes dat in andere gewesten voorkomt, enz. Zie ook den maagschapsnaam Luttik, op bl. 492.
By sommige friesche geslachtsnamen duidt de uitgang ker een oorsprong of afkomst aan van zekeren persoon uit de eene of andere plaats of uit de eene of andere landstreek. Zie bl. 481. Zulke namen komen in Groningerland talryker voor als in het westerlauersche Friesland, en geven een eigen karakter aan de groningerlandsche namen.
Het zijn byna uitsluitend groningerlandsch-friesche vóórnamen, of algemeen-friesche vóórnamen in bepaald groningerlandsche formen, en de patronymika op s, n, en ns, van deze vóórnamen afgeleid, zijn dus ook, als geslachtsnamen, bepaaldelik aan Groningerland eigen. Reeds op bl. 102 en 107 zijn eenigen van deze soort van geslachtsnamen vermeld en verklaard geworden.
Onder de groningerlandsche ingezetenen zijn eenige mansvóórnamen in zwang, die, ja, wel by alle friesche volksstammen eveneens in gebruik zijn, maar dan toch in het westerlauersche Friesland veel zeldzamer voorkomen.
Maar omdat in der daad de volle formen Jeltisma, Geertesma zelfs voor eene groningerlandsche tonge op den duur te zwaarwichtig, te ongemakkelik om uit te spreken zijn, zoo verliepen deze namen van Jeltesma tot Jeltsema, van Geertesma tot Geertsema; by zeer gebruikelike letterkeer sprak men es als se uit.
Maar er komen, meest in Groningerland, ook geslachtsnamen voor, die op deze oudfriesche wyze afgeleid zijn van groningerlandsche plaatsnamen; b. v. Beswerda, van het gehucht Beswert by Esinge; Bieruma, van het dorp Bierum in Fivelgo; Enuma, van Enum, eene buurt tusschen Loppersum en het Zand.
De byzonder-friesche geslachtsnamen die op a eindigen, formen ook een goed deel van die groningerlandsche namen welke het meest in 't oog vallen. Geertsema, Ilpsema, Roelfzema, enz. In § 49 zijn deze namen afsonderlik behandeld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek