United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zy komen dan ook in de nederlandsch-friesche gouen slechts weinig voor. Slechts een paar er van kunnen wy hier wat nader beschouen. Seba is de oud-friesche tweede-naamvals-form van den oud-frieschen mansvóórnaam Sebe, Sebo, die heden nog, in Oost-Friesland meer als bewesten Eems, in volle gebruik is. By misspelling voert een afsonderlik geslacht dezen zelfden naam ook als Seeba.

Eigenaardig is het dat er onder de friesche Israëliten ook byzonder-friesche geslachtsnamen voorkomen. Deze joodsch-friesche namen, door de friesche Israëliten in navolging van de namen der ware Friesen aangenomen, zijn ten deele afsonderlik en opsettelik door hen geformd, gemaakt, bedacht; gedeeltelik ook, als reeds onder de Friesen bestaande, overgenomen.

Heden ten dage wordt de vóórnaam Domme door niemand in Friesland meer gedragen. Welke vader ook zoude eenen naam met zulk eene beteekenis aan zynen zoon geven? Maar die ongunstige beteekenis is slechts schijnbaar. Zie Förstemann's Namenbuch op den naam Dom. De namen Bultena en Altena dienen hier nog afsonderlik besproken te worden.

In de Informacie up den staet van Hollant ende Frieslant, worden, op bl. 25, die vrye friesche mannen van den dorpe Velsen in Kennemerland afsonderlik vermeld als »Die welgeboren luyden van Velzen", en als zoodanig wel degelik onderscheiden van »Die huysluyden van Velzen."

De talryke byzonderheden en eigenaardigheden, waardoor de geslachtsnamen der nederlandsche Israëliten zich onderscheiden van die der andere, der germaansche Nederlanders, ook de vele namen van vreemden oorsprong die zy dragen, nopen my om hunne namen in eene afsonderlike groep samen te vatten, en ze hier afsonderlik te vermelden en te beschouen.

Die van de derde afdeeling, welke ook geenszins in grooten getale voorkomen, stammen ongetwyfeld van huisnamen en gevelteekens af. Afsonderlik zullen de namen van deze vier afdeelingen hier niet besproken worden. Om de wille der duidelikheid toch is dit niet noodig. Maar in eene natuurlike volgorde zullen de diernamen, als geslachtsnamen, hier worden behandeld.

Te meer, omdat de byzondere zuid-nederlandsche namen over alle zuid-nederlandsche gewesten, vlaamsche zoo wel als brabantsche, gelykelik verspreid zijn, en de namen dier verschillende gewesten, elk voor zich afsonderlik, weinig eigens hebben.

Wij moeten die namen dus laten blyven voor wat zy zijn, en behouden ons slechts voor in de volgende § die fransche en duitsche namen, welke in hunnen form of in hunne spelling half verdietscht zijn, nog afsonderlik te vermelden. Andere vreemde namen echter, die ongelijk veel zeldzamer onder ons voorkomen als duitsche en fransche, wil ik hier afsonderlik vermelden.

De namen, welke deze groep formen, zijn onderling zoo verschillend van aard, dat zy slechts ieder afsonderlik, of in kleine ondergroepen, kunnen verklaard worden.

De byzonder-friesche geslachtsnamen die op a eindigen, formen ook een goed deel van die groningerlandsche namen welke het meest in 't oog vallen. Geertsema, Ilpsema, Roelfzema, enz. In § 49 zijn deze namen afsonderlik behandeld.