United States or Montenegro ? Vote for the TOP Country of the Week !


De grond was reeds met vermoeide slapers bedekt, en de vuile lucht dreef hem bijna terug, maar de zware nachtdauw was kil, zijn leden waren pijnlijk van vermoeienis, en de gescheurde deken over zich heen halende, die al zijn beddegoed uitmaakte, strekte hij zich op het stroo uit en viel in slaap. In zijne droom klonk hem een zachte stem in de ooren.

Een paar zwaar geladen vaartuigen, nog vochtig van den nachtdauw, en met moeite voortgesleept door een drietal vrouwen, kwam het kanaal langzaam afzakken.

Bardik zette koffie en Li was bezig met zijn linnen te verzamelen, dat hij in den nachtdauw op zijn berucht touw, dat hij tusschen twee takken gespannen had, uitgehangen had. Er viel niet aan te twijfelen, niemand had iets gezien. Toen de koffie gedronken en het ontbijt genuttigd was, vertrokken de jagers te paard, den wagen en de trekossen onder de hoede van Bardik achterlatende.

Maar de bij is geen heldin in het vroeg opstaan, al staat zij nog zoo hoog aangeschreven in 't boek der moraal. Gewoonlijk wacht zij tot de morgenzon den nachtdauw heeft opgedroogd en de bloemkelken verwarmd, en dan gaat zij pas in ernst aan den arbeid. De eerste vroege bijen, die men in het eerste zomermorgenlicht ziet uitvliegen, zijn waarschijnlijk waterdraagsters.

"Hebt gij niets gehoord?" vroeg hij zacht fluisterend. "Ik meende eene schaduw achter dien broodboom te zien." James Hilton keek op zijne beurt uit, maar al was zijn oog ook nog zoo scherp, hij ontwaarde niets verdachts in den omtrek der legerplaats. "Ik zie niets!" zei hij. "Wellicht heeft het linnen, dat de Chinees in den nachtdauw te bleeken heeft gelegd, uw oog getrokken."

De frissche, vochtige nachtdauw koelde zijne handen en wangen en een windeke speelde nauw voelbaar door 't lijnwaad van zijnen kiel, over zijn lijf. Hij zocht door de schemering in de lucht en raadde den warmen zonnedag die vandage uit het Oosten groeien moest. En nu vooruit met 't voornemen haastig te gaan, den langen, eentonigen weg.

Weemoedig en stil zij de traan dien ge er weent, Als de nachtdauw op 't graf van den doode! Maar de dauw, die in stilte de zode besprengt, Zal het gras des te frisscher doen groeien; En de traan onzer smart, hoe verholen geplengd, Doet in 't hart zijn gedachtenis bloeien.