United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijne stem verheffende, schreeuwt hij haar toe: "Wees stil; leef zooals hij, dan zult ge uw zoon weerzien!" De zwarte Rachel weent en jammert, en weigert vertroost te worden, zelfs door haar eigen dominee. Als de mannen in uniform hunne spaden opnemen, en onder een eentonig gezang het graf beginnen te vullen, roept de oude vrouw nog luider: "Neen, ik zal mijn zoon nooit weerzien!"

Het spoken van het doode kindje bij zijn moeder, die om hem weent, daar het door haar tranen geen rust kan vinden, is wel-bekend. Eerst keert het tot vrede weder in, als de moeder niet meer schreit. Ook "Doodendroom" vertoont sprookjes-achtige motieven. De sage wordt verschillend verteld; de één zegt: "de jonker van Biljoen" en de ander: "de jonker bij Biljoen."

Veere is een stille, doode stad, waar de stilte spreekt met eigen stem uit de geluidlooze straten of verdwenen huizenrijen, misschien krachtiger dan in een van onze doode steden. Zij klaagt en jammert en weent over het zwijgen, dat hier heerscht van den morgen tot den avond.

In het eerste roep ik de Getrouwen der Liefde aan en wek ik hen op te weenen; en ik zeg dat hun Heer weent, en ik zeg dit opdat zij, vernemend de reden waarom hij weent, meer geneigd zullen zijn naar mij te luisteren. In het tweede verhaal ik deze reden; in het derde spreek ik van een eerbewijs dat de Liefde aan deze jonkvrouw betoonde.

Ten slotte zegt hij dat hij zwak en vermoeid is, en dat hij de kroon van Spanje, de graafschappen, hertogdommen, heerlijkheden van deze landen wil leggen in de handen van zijnen zoon Philippus. Hij weent en allen weenen mede.

Het verdriet om de breuk met de oude vrienden bleef in hem schrijnen. Aan een goeden kennis in Genève, die zijn vrouw verloren had, schreef hij bij wijze van troost in die dagen: "men heeft niet alles verloren zoolang men nog weent, het treuren om het oude geluk is nog een overblijfsel daarvan. Gelukkig hij, die wat hem lief is geweest nog in zijn hart draagt.

Gij doet mij twijf'len, of ik niet verschil Van wat ik was, voert me in een tooverland; Zijt ge een godin, die mij vervormen wil? Vervorm mij dan! ik geef mij in uw hand. Ben ik nog ik, dan weet ik dit voorwaar: 41 Uw zuster, die daar weent, is niet mijn vrouw; Geen eed, geen echt verbond mij ooit aan haar, Veeleer, veeleer verpand ik u mijn trouw.

Niets bevestigt het smartlijk voorgevoel dat ons pijnigt, ik ben zeker dat onze Heer Robrecht, uw vader, niets kwaads gebeurd is en dat mijn broeder reeds op weg is om in het Vaderland terug te keren." "En gij hebt geweend, Maria! Weent men wanneer de terugkomst eens broeders ons toelacht?" "Gij plaagt uzelf, mijn Vrouw.

Zoo stijgt er en drijft er de ziel van den dichter, waar hij stormt en juicht en weent en mijmert, eenzaam onder de blauwe oneindigheid, wijl om hem, en langs hem en onder hem, de rijkdommen zijn, veelkleurig, veelvormig, maar onder zijn hooge stemming verzonken en schier vergaande, gelijk de zoovele gebrokenheidjes geworden van het leven binnen in hem.

Jakob zonk op de knieën, doch bidden kon hij niet. Krampachtig vouwde hij de handen en, stroomen van tranen vloeiden over zijne heete wangen. Eensklaps voelde hij eene bevende hand op zijnen schouder, terwijl eene zachte stem sprak: «Gij weent, arme vreemdeling, zeg mij, kan ik u soms troostenJakob hief het hoofd op.