Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


Ja, sprak Nele, en Soetkin weent aan de poort van het Steen. Het hert van den verloren zoon bonsde van smerte en hij zei tot Nele: Ik wil ze zien. Neen, dat moet gij niet doen, sprak Nele, maar wel volbrengen hetgeen Klaas gezegd heeft, vóóraleer hij gepakt werd: Red de karolussen, zij steken achter den brandmuur van den schoorsteen.

Dit wordt gezongen door kinderen, die in een kring rondloopen, terwijl in het midden een meisje zit neergehurkt, met het hoofd in de handen. Het spel is drama geworden en vertolkt een ballade. Want na het zingen van de tweede strofe, treedt een tweede meisje in den kring en nu vervolgt het koor: Daar kwam haar lieve moeder aan, enz. Deze vraagt: Zeg kind toch, waarom weent gij zoo? enz.

't Is waar, wanneer zoo'n troep inkwartiering eene kleine stad komt overvallen, wanneer de boeren van het land en de burgers uit de stad, tot diensten met hand en paard, bij elkaâr getrommeld worden, wanneer hier jammer en ellende weent en klaagt, en dáár de overmoed snoeft, dan kan 't niet stil toegaan, gelijk in de kerk.

De tegenstelling moet altoos blijven: zij het ongoedertieren, maar gij het goedertieren volk. »Als dan uw vijand hongert, spijst hem; zoo hij weent, vertroost hemHet kind moet het beeld zijns Vaders dragen. En Hij, onze Vader in de hemelen, is de ondoorgrondelijke in eeuwige ontfermingen. In ontfermingen, immers ondoorgrondelijk niet het minst ook over u? Mijne schapen hooren mijne stem.

Thans waag ik het niet meer onder die boomen te gaan; ik ben alleen, en ben bevreesd. De Durance weent. Kom mij spoedig vertroosten, mijne onrust bedaren...." De tranen verstikten mij, ik kon niet verder gaan.

Ach, weent: uw goede vriend, uw jonge kunstmakker is niet meer! En gij, betreurde broeder, rust zacht in den schoot des vaderlands! Misschien was uw laatste uur bitter, omdat gij van uw doodbed te vergeefs uwe handen naar ons uitstaakt, en sterven moest verre van uwe Antwerpsche vrienden. O, wees getroost, dierbare doode.

Machteld dorst niet antwoorden; maar Maria, die met meer voorzichtigheid begaafd was, bracht haar mond aan zijn oor en suisde: "De gevangenis van Philippa, haar moei spreekt er haar niet meer van; want zij weent geduriglijk.

Laat hem niet sterven van ellende en gebrek in een vreeselijken kerker, o, ik bid U, laat mij hem nog éénmaal zien, voor mijn en zijn dood, nog éénmaal, Vader in den Hemel, slechts éénmaal! Ach, Gij weet, hoe onuitsprekelijk ik naar hem verlang. Laten wij niet voor altoos gescheiden zijn!" ... Bertha weent bittere tranen, maar plotseling springt zij op.

52 Deze bezorgde mij zoo groote zwarigheid door de vreeze, die uitging van haar gezicht, dat ik de hoop op de hoogte verloor. 55 En gelijk is degene, die gaarne wint, en de tijd komt die hem doet verliezen, zoodat hij in alle zijne gedachten weent en zich bedroeft; 58 zóó maakte mij dat rustelooze beest, dat, mij tegenkomend, bij weinig tegelijk mij terug-drong daarheen waar de zon zwijgt.

Hij vatte Simon bij den schouder. Hij sprak niet. Hij steunde op den schouder van Simon om recht te staan. Stille snikken schokten op onder het schouwkleed. Lieven wendde zich schielijk om, vroeg ruw: Waarom weent gij? En Doxa's hoofd dat bescheiden in een blonde verve krullebolde, bleef sprakeloos. Lieven zei: Het hart dat God ons smeedde, kan Zijne slagen dulden. Ik ga met u, Simon.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek