Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Toen wij te Mechelen kwamen, vonden wij al de straten overdekt met Belgische soldaten van alle regimenten en wapenen, die in de grootste verwarring op de steenen uitgestrekt lagen en sliepen. Ik bleef in den fourgon tot den morgen, als wanneer ik met behulp van eenen kameraad mij naar de Antwerpsche poort begaf, waar de verstrooide mannen van ons regiment zouden vergaderen.

Verspreid in de Antwerpsche kampen lag het Belgisch leger, doelloos, en de eene groep wist van de andere gewoonlijk weinig af. De geestelijkheid was den opstand genegen, zoodat de vrijwilligers op de dorpen doorgaans goed ontvangen werden. Zoolang, natuurlijk, tot er gebrek kwam aan voedsel en de tuchtelooze zwervers baldadig werden. De nachten waren koud. In den winter was dan het leven hard.

Toen ik voor 't eerst in de Antwerpsche Cathedrale trad, sprak de plechtige stilte in die hooge, grootsche zuilengangen zoo aangrijpend tot mijn gemoed, dat ik zonder zelf te weten wat ik deed de knieën boog en het hoofd liet neerzinken op de kille steenen, in aanbidding verzonken; o! het was mij of eene geestenstem mij toefluisterde: Hier woont de Heilige, de Ongeziene.

Waar hij er op wijst, hoeveel de menschheid aan de poëten te danken heeft, herinnert hij even aan niemand minder dan SHELLEY die in zijne Defence of Poetry deze gedachte heeft uiteengezet met een rijkdom van gevoel en wetenschap en bekleed met een heerlijkheid van taal, waarvan de Antwerpsche schepenklerk zich geene voorstelling heeft kunnen vormen.

In een brief van 1843 prees hij zelf den goeden geest, die zijn vrienden, de Antwerpsche Vlaamschgezinden, bezielde: Zij lieten geen Vlaamsch werk verschijnen, zonder het te prijzen, indien het maar eenigszins een onderzoek kon doorstaan. Nooit keurden zij af "wat voor de tael der vaderen werd gedaen."

In België herleeft weer de vastenavondpret, gemaskerden trekken door de straten, feestgelagen worden aangericht. De Brabantsche en Antwerpsche kinderen zetten hun schoen of korfje met hooi onder den schoorsteen, dit laatste voor het paard van den Greef, die 's nachts de rondte doet op zijn schimmel, de brave kinderen bedeelend met lekkers, maar de ondeugende met een roe.

De levensvorm van die kringen is die van het zwierige ridderideaal, waar men zwelgt in de staatsie van het Gulden Vlies en de praal van feesten en tournooien. Op dat innig-vrome stuk de Zeven sacramenten in het Antwerpsche museum wijst een wapen als den vermoedelijken stichter den bisschop van Doornik, Jean Chevrot, aan.

Het heeft zich dan ook eenigen tijd verdedigd tegen de Dover Lass, wat in die bloedige tijden in den regel ten gevolge zou hebben gehad, dat de bemanning meedoogenloos werd afgemaakt, vooral wanneer het belang van den veroveraar meebracht, zooals nu, om ze allen daarheen te helpen, waar zij nooit iets over de Antwerpsche haven zouden kunnen vertellen.

Wie ooit in de Antwerpsche "poesje" kwam, wanneer het gewone publiek van den havenkant den lagen kelder vulde, vergeet de wendingen van de zinnen niet die er worden uitgegalmd, noch de keus der woorden en der pakkende toestanden. Hij vindt in Conscience verloren zaden uit dezen volks-lusttuin, die in een onverzorgd hoekje woekeren en er felgekleurde bloemen dragen.

Vele bladzijden uit "Hoe men schilder wordt," "Het geluk van ryk te zyn" en andere Antwerpsche verhalen geven met al hun kleur en geur het leven uit straatjes en stegen weer. "De Geest," een proeve van Antwerpsch dialect, is een synthese van volksvertelkunst, zooals Conscience ze ongetwijfeld zal hebben geoefend vóor hij aan schrijven dacht.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek