Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Eenigen hadden een Vlaamsche vrouw genomen. De twee en twintigjarige Cornelia Ballieu huwde in Februari 1809 met Pierre Francois Conscience, uit Besançon, die elf jaar ouder was. De jonge vrouw kende geen woord Fransch. Met teekens en de weinige woorden "Antwerpsch" die Pierre François geleerd had, konden ze elkaar verstaan.
Vele bladzijden uit "Hoe men schilder wordt," "Het geluk van ryk te zyn" en andere Antwerpsche verhalen geven met al hun kleur en geur het leven uit straatjes en stegen weer. "De Geest," een proeve van Antwerpsch dialect, is een synthese van volksvertelkunst, zooals Conscience ze ongetwijfeld zal hebben geoefend vóor hij aan schrijven dacht.
In "Het Antwerpsch Nieuwsblad" van 1837 wordt verslag gegeven over "Een hertroerend vertoog dat vóorleden Zondag heeft plaets gehad by den Oever alhier: "Eenen ouden gedienden der fransche legers, nog met den uniform van dat land gekleed, geboortig van onze stad, was na zyn vaderland teruggekeerd.
»Men was verbaasd hem nog te zien; men had bericht gekregen van de schipbreuk; na zooveel tijdverloop had men niet meer op hem gerekend; men twijfelde zelfs aan zijne identiteit, en toen hij die met onbetwistbare zekerheid bewezen had, kwam men voor den dag met de bekentenis, dat er daags te voren een contract was gesloten met een Antwerpsch handelshuis, dat in alle groote fabriekssteden der zuidelijke provinciën deelnemers had gevonden, dat met gereed geld, dat met tonnen gouds kon spelen, waar de povere Hollandsche plannenmaker slechts duizenden te bieden had op het papier!
Het is het verhaal van een Antwerpsch priester die de hebzucht van een paar Jacobijnen teleurstelt, door hun bij uiterste wilsbeschikking zijne blaas te vermaken. 5o. Dezelfde stof die in de sproke "Van eenen verwaenden coninc" is verwerkt (KAUSLER, Denkmäler, III, 204-212) vinden wij in "Li dis dou Magnificat" van den Henegouwschen menestreel JEAN DE COND
Als hij volwassen is, een man, en evenals vroeger menschen om zich weet, die naar de vruchten van zijn bezinnen en beschrijven verlangen, herinnert hij zich deze vroege overwinningen, in "Op Godsgenade" , in "Avondstonden" en in "De Geest. Eene oude Spookvertelling," die hij als proeve van Antwerpsch dialect in 1842 laat verschijnen.
Zijn werk weerspiegelt het kleinburgerlijk Antwerpsch leven. De Schelde was weer onvrij geworden. De stad breidde zich niet uit, het leven was kleinsteedsch. Aan onbeduidende gebeurtenissen wordt in de dagbladen een overdreven belang gehecht. Men krijgt den indruk alsof het kletsen van een zweep, ver in den polder, op de baan, in haar stille straten gehoord wordt.
Eigenlijk mocht hij niet lezen, maar een fantastisch boek in handen nemen, met plaatjes, als hij wel vroeger deed, is eerder spelen. Op den zolder lagen nog overblijfsels van den boekenschat: de beschrijving "der gantscher Nederlanden" van Guicciardinus en een Antwerpsch Cronijkje van Ullens.
Een Antwerpsch hoedenstoffeerder, Joost van den Vondel en Sara Kranen, de dochter van een insgelijks uit Antwerpen herkomstigen Rederijker, Peter Kranen
Een brief van 1838 van Conscience aan Snellaert begint: "Terwyl ik aen uw dienstwilligheid, en aen de schoone toekomst onzer altyd groeiende letterkunde dacht,.." en in een kunstkritiek die hij een jaar vroeger voor een Antwerpsch nieuwsblad schreef, verontschuldigt hij zich over zijn groote toegevendheid voor jonge schilders, en dat hij over hen zooveel heeft gesproken als over oudere en meer verdienstelijke.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek