United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gedichten (edd. BISSCHOP en VERWIJS), bl. 207. Bij den Henegouwschen dichter JEAN DE COND

Wie schijnt ons moderner dan de geldmagnaat der vijftiende eeuw, Jacques Coeur, de voortreffelijke financier van Karel VII? Als men de levensbeschrijving van Jacques de Lalaing mag gelooven, heeft de groote bankier hartelijk belang gesteld in het ouderwetsche dolende-ridderschap van den Henegouwschen held.

Zou het zijn Zeeuwsche moeder Margaretha van Arnemuiden zijn geweest, van wie Commines zijn nuchteren geest had? Het schijnt immers wel, dat in Holland, ondanks den Henegouwschen Willem IV, den ijdelen avonturier, de riddergeest vroegtijdig aan het afsterven was, terwijl juist Henegouwen, waarmee het vereenigd was, altijd het echte land van den ridderlijken adel is geweest.

Het is het verhaal van een Antwerpsch priester die de hebzucht van een paar Jacobijnen teleurstelt, door hun bij uiterste wilsbeschikking zijne blaas te vermaken. 5o. Dezelfde stof die in de sproke "Van eenen verwaenden coninc" is verwerkt (KAUSLER, Denkmäler, III, 204-212) vinden wij in "Li dis dou Magnificat" van den Henegouwschen menestreel JEAN DE COND

Froissart, die niet studeerde; die met geen ander doel dan het verzamelen van historische anekdoten uit den mond van tijdgenooten nu het eene dan het andere land bezocht; die met voorbeeldige vlijt er zich toe bepaalde zijne reeds voltooide verhalen om- en nogmaals om te werken, had genoeg, heden aan de gunst eener henegouwsche prinses, koningin van Engeland geworden, morgen aan de edelmoedigheid van een half henegouwschen graaf van Blois.

Welk een taaie kracht was er in die Friezen, die telkens de aanvallen der machtige Hollandsche graven afslaan en onder wier slagen de bloem van den Hollandschen en Henegouwschen adel bezwijkt; in die Vlamingen ook die den slag bij Kortrijk wonnen; in al die weerbare burgerijen, verplicht en gereed hunne stad te bewaken en te verdedigen. Welk eene volksweerbaarheid, welk eene volkskracht!

"Ik onderwerp mij aan geene vredesbepalingen, die den belangen van het Sticht schade berokkenen," zeide de Bisschop trotsch. "Daarom heb ik na Floris' dood den opstand der West-Friezen krachtig gesteund en mij van bijna geheel Noord-Holland meester gemaakt. Jammer, driewerf jammer, dat ik voor den Henegouwschen Graaf, Jan van Avennes, heb moeten wijken.