United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar de werktuigen waren te zwak voor eenige afdoende waarneming. Den 6den, hetzelfde weder. Sint Nicolaas bracht wel lekkers voor de kinderen, maar geen helder weer voor de groote menschen. Men begon te vragen of niets aan het weder zou kunnen gedaan worden. Den 7den eenige hoop, maar 't duurde niet lang: toen de avond viel, dikke, dikke, dikke lucht. 't Werd erg.

Neen, het was wellicht maar beter dat het lastige kind boven bleef. Cécile had nu ook juist zoo heel veel plezier, dat zou misschien veranderen, als Elsje weer beneden kwam. Zij moest straks maar eens even naar haar gaan kijken en als zij dan wat al te bedroefd was, haar wat lekkers brengen een portie ijs en een taartje en zeggen dat zij in 't vervolg maar wat beter haar best moest doen.

Dat is iets heel lekkers, dat men in het hospitaal krijgt, als men ziek is, zeide Mattia, die graag vertelde wat hij wist. Toen de koe gemolken was, brachten wij haar op 't grasveld om daar te grazen, en wij gingen in huis, waar ik, toen ik den emmer haalde, onze boter en bloem midden op tafel had gezet.

"Zeker, natuurlijk, voor zulke goeie menschen als Mevrouw van den burgemeester moet je ook wat overhebben. Ik zal me eigen wel redden met Bart. Wat bracht ze me niet altijd soepjes en lekkers, toen ik zoo ziek was en wat was ze blij, dat we hier ook kwamen wonen." "Nou dat zeg ik ook," antwoordde moeder weer. "Kom Elsje, help me gauw, als een kind.

De bakker, een ronde man met een zijpelend wezen en een neuze daar te midden, waar de teekening der ruiten bijkans schitterwit op uitblonk, lichtte haar gulzig toe en deed zijn beste moeite om zijn waar ordentelijk aan te prijzen. Geen muntebollen, juffrouw? Geen lekkers op stokjes? Eerste klasse juffrouw, en niet geverfd. Ze wees die gloedroode stampers af met een weigerend knikje.

Jo had, Meta vond het "ongemanierd" wat lekkers voor de zusjes bewaard, en nadat deze de gewichtigste gebeurtenissen van den avond gehoord hadden, gingen ze tevreden slapen.

Zijn leven is gewoonlijk van 't begin tot het einde vreedzaam, vol lekkers en slaap en spel en een steeds grooter kennis omtrent de bosschen. Hij wordt in de lente geboren, een heel klein, blind, naakt kereltje, als een mollen- of berenjong.

"De lucht is anders pikzwart daar in de verte. 't Is mooi lenteweer, hoor," hernam grootmoe. "Nou, dag moeder, dag jongens. Lief zijn hoor. Misschien breng ik wel wat lekkers voor jelui mee." "Een paaschei moes," vleide Elsje. "Misschien wel, als jelui zoet bent." "Ik zal heel, heel zoet zijn, dag moesje," zei Elsje. "Nou Bart en jij doet alles wat grootmoe zegt hoor."

Hij zit aan, doch zwicht voor lust naar 't lekkers niet, maar onverwoogen drinken zijn blikken 't jonge, lieve licht, 't éénige wat zij nog te zien vermoogen. 't Feestvolk stroomt uit, hij volgt, als weezenloos, 't lieftallig weezen dat haar macht niet weet en niet vermoedt wat gloed zij deed ontbranden.

Hoe maakt het mijne vrouw en mijne kinderen?" "Kostelijk in orde, burgemeester! Ha, ha, ha! En mijnheer de baljuw leest uwe vrouw wat uit de boeken voor, en mamsel Westphalen stopt Frits op met appelen en lekkers, maar, ha, ha, ha! neem 't mij niet kwalijk, ik moet lachen."