Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Elisabeth, die met gespitste ooren lag, hoorde haar snikken. Zij zag, door het maanlicht turende, de gestalte harer zuster stuipachtig trillen, en glimlachte boosaardig. "Zij weent omdat die man heengaat," dacht zij. "Ween maar niet, Beatrice, ween maar niet! Wees gerust: je krijgt je lieveling wel terug. Hij is even gek op jou als jij op hem bent."
Een droeve bruid maakt een blijde vrouw en omgekeerd een blijde bruid een droeve vrouw; want "een bruidsgewaad is wel eens met rouwgoed gevoerd". Weent de bruid op den trouwdag niet, dan vloeien de tranen in het huwelijk.
Als die aanspraken en plechtigheden gedaan zijn, verklaart Zijne Heilige Majesteit zijne onderzaten ontslagen van hunnen eed van getrouwheid; hij teekent de akten, stapt van zijnen troon en doet er Philippus op plaats nemen. En iedereen weent. Vervolgens trekken zij terug naar het huis der Warande.
Mijnheer Bhaer zag de tranen op haar wangen, ofschoon zij het gelaat afwendde en dat gezicht scheen hem sterk te treffen, want zich plotseling over haar heen buigende, vroeg hij op een toon waarin alles lag opgesloten: "Liefste van mijn hart, waarom weent ge?"
Om de verveling te verdrijven, heeft hij zijne wapenfeiten op de muren geteekend. In die wemeling van figuren verschijnt meermalen ééne vrouw de koningin. Dikwijls gaat hij op haar beeld toe, kust het op de oogen, op den mond; dan weent en klaagt hij. De Mei is gekomen; April heeft oorlof genomen.
Gelukkig is Mijntje verstandig genoeg om niet verder te vragen, maar hem te bed te brengen. Als een kind laat hij zich helpen; nu en dan zegt hij een paar onverstaanbare woorden, en als hij te bed ligt, snorkt hij spoedig zwaar en luid. De geduldige vrouw ziet bezorgd den ronkenden man en haar kinderen aan, zucht: „Moet dat er nou nog bijkomen!” en weent zich eindelijk in slaap.
De engel is reeds dáár misschien? DE BROEDER. Neen, neen, zuster, heden zal hij nog niet komen. Verjaag die bedrieglijke droomen en leg dij stillekens met dijn vermoeid hoofd ter ruste. DE ZUSTER; zij legt het hoofd op het kussen en ontbladert gedachteloos de bloem op hare hand. Ontwaak mij, broeder, als ik te lang mocht slapen. DE BROEDER; hij zit neder voor zijne zuster en weent.
Gij ziet hem nog in uwe verbeelding, en uw hart weent bij die droeve heugenis aan uwen goeden meester. Helaas! gij zult hem niet meer zien: de aarde bezit zijn lichaam, de hemel zijne ziel....
Weg met die tranen op Fancy's wangen... Een geest weent niet om zoo weinig... Weg met die geknakte gestalte... Geesten bukken niet onder zoo geringen last! Ze weende niet, en boog niet, en vluchtte niet. Ze deed niets van dit alles! Kalm en ernstig 'n glimlach misstond er niet by! zette zy haar kans-verevening aan den arbeid.
«O, was ik maar nooit geboren!» dacht zij daarbij; «dat zou veel beter voor mij geweest zijn. Maar wat baat het mij nu, dat mijn moeder weent?» Zij hoorde, hoe de goede menschen, die haar als ouders verpleegd hadden, nu zeiden, dat zij een zondig kind was, dat zij de gaven Gods niet in waarde gehouden, maar daarop met voeten getreden had; de deur der genade zou eerst langzaam voor haar opengaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek