Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


De blankste hals eener Peri is donker in vergelijking met de uwe!" »Maar...." »Als de beurt aan u komt, om den koning iets te verzoeken, zoo zegt gij, dat uw hart opgehouden heeft te wenschen, sedert uwe zon u haar licht onthoudt." »Goed." »Als uw vader u vraagt hoe het u gaat, dan weent ge." »Ik zal weenen." »Goed, en zoo heftig, dat alle Achaemeniden u zien weenen."" »Welk een vernedering!"

Zij is zoo droevig, en weent zooveel; ik smeek u, zeg het niet, als het iets onaangenaams is " Army werd verlegen. "Ja, mijn God!" zeide hij, "wist ik slechts wat te doen? Tot grootmama kan ik mij niet wenden; het zou te vergeefsch zijn, daar zij werkelijk niet in staat is, mij "

Hij had bevel ontvangen om vrouw Verhelst bij haren man te brengen, en onder geen voorwendsel hoegenaamd mocht hij dit bevel te buiten gaan. "Moeder, kinderen lief, weent zoo bitter niet," zeide Mie-Wanna met verkropte stem. "Ons lot is wreed, maar wij moeten ons onderwerpen aan den wil des Heeren.

Een jaar lang nadat dit mij was aangedaan, heb ik elken dag op hetzelfde uur gedurende denzelfden tijd geweend. Dat is niet een zoo tragisch feit als het misschien klinkt. Voor hen die in de gevangenis zitten, maken tranen een deel der dagelijksche levenservaring uit. Een dag in de gevangenis waarop iemand niet weent, is een dag dat zijn hart verhard is, niet een dag dat zijn hart gelukkig is.

Wij zijn de dienaars van ontgoocheling, Van pijn en vrees en wantrouwen en haat, En zonde die zich vastklemt aan de ziel, Als ranke honden die door woud en meer Een jeugdig hert, geraakt en snikkend, volgen, Gaan we alles na wat weent en bloedt en leeft, Wanneer de groote Vorst hen overlevert Aan onzen wil.

Eensklaps stond een meisje voor hem, dat hem vroeg: "Waarom weent gij, mijn broeder?" En hij antwoordde boos: "Vervolg uw weg! Gij kunt mij niet helpen!" Daarom liep hij verder, maar het meisje volgde hem en verzocht hem nogmaals haar de oorzaak van zijn tranen te zeggen, "want misschien," voegde zij er aan toe, "is het mogelijk, dat ik u helpen kan."

Johan Doxa zou zweeren dat de vrouw weent en dat ze het kindje kust wanhopig. Hee! Hee! de witte man komt op de vrouw af. Heeft ze niet gegild? Ze wil vluchten, ze wil vluchten! Ze kan niet. Ze wordt vastgegrepen. Ze wordt omhoog getild. Ze ... ze ... God in den hemel! Ze wordt over de brug geheven.... Ze valt!... Heeft ze niet gegild? Heeft ze niet gegild, vraag ik?...

In de volgende verzen wordt de smart der bruid nog onbestemder, algemeener en daardoor nog poëtischer uitgedrukt: Wat huilt de wind, wat zucht het woud! Wat zwaait de lelie op en neêr! Doch de wind, zij huilt noch loeit in 't woud Noch zwaait de lelie op en neêr! De teedere maagd, het meisje weent, Haar bruidskrans slingert heen en weer. Hebt ge over uw moeder geweend?

124 Maar zoo gij zoo groote begeerte hebt om den eersten oorsprong van onze liefde te leeren kennen, dan zal ik doen, gelijk degene, die weent en spreekt. 127 Wij lazen eenen dag voor vermaak van Lancelot hoe de liefde hem neep: wij waren alleen en zonder eenigen argwaan.

Hoofdschuddend lach ik tot bloemen, tot weiden, tot wolken, d'armen strek ik der zee toe: "wéét ge het? wéét ge het?" Tranen stroomen mijn wangen langs, mild als de slaaf weent voelend verlossing. Het looverlied. Hoe heerlijk onder bladgeruisch te gaan van groote boomen die in duister staan, weer naar hun machtig nachtgezang te luistren hun wijd gezwatel en plechtstatig fluistren.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek