Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Gansche nachten soms beziet ze heure voeten, zeggende: Hansken, mijn zoete duivel, zie eens wat zij gedaan hebben met uwe vriendinne. En heur arme voeten gelijken twee bloedige wonden. Dan weent zij, zeggende: Andere vrouwen hebben een man of een minnaar, ik, ik leef op deze wereld als een weduwe. Maar dan zeg ik tot haar, dat haar Hansken boos zal wezen, als zij van hem tot anderen durft spreken.
Dakerlia heeft ongelijk zich zoo diep te ontstellen. God zal mij Belpen; Hij zal in mij het recht laten overwinnen ... Wees toch redelijk, jonkver Witta; gij insgelijks, gij weent en snikt? Wilt gij beiden mij allen moed ontrooven?" "Maar wie is dan uw tegenkamper?" vroeg Robrecht. "Gij kent hem waarschijnlijk niet", antwoordde Segher Wulf aarzelende. "Zijn naam is?..."
Daar wordt de tak een doodend wapen, daar vliegt de pijl, Hader schiet, ik zie het. En Frigga weent in haar zalen om het verlies dat Walhalla leed. De goden reden ter vergadering en hielden raad. Hoe zouden zij de trouweloosheid bestraffen? Welk offer zou den goden vergelding geven? Ik zie ze stevige strengen uit darmen draaien, en diep in het woud kronkelt gebonden het lijdende lichaam van Loge.
Verder vertoonen sommige op algemeene wijze gevormde geslachtsnamen eigenaardige Friesche voornamen, als Sikkes en Doedes, andere zijn met typisch Friesche woorden samengesteld. Zoo beteekent Soepboer: karnemelkboer; Bouwfeint: knecht van een landbouwer; Skriemer: iemand die weent of schreit.
Ik had u lief, maar mijne liefde werd door u niet beantwoord en is daardoor mijn dood geworden. Gij vrouwen en meisjes, die dit hoort, weent om mij en bidt voor mijne ziel en ook gij, Heer Lanceloet, bid voor mij, dit is mijn laatste verzoek. God behoede u!"
Een tweede graf, zoo pas Gedolven naast het uwe in 't groene gras. De kerkhofdeur draait op heur hengsels rond, Een lijkkist, zie! mijn kindren volgen haar.... Wat weent gij toch zoo bitter bij die baar, Mijn kindren! Och, of ge ons aanschouwen kondt Gelijk wij u aanschouwen neen, geen traan Zou vloeien, dan van stille vreugde in God.
Onze weggetrokkenen werden verdelgd, of zij werden hunne bondgenooten. Toen werd waakzaamheid ons dubbel geboden, en de tijd leerde ons, dat eendracht onze sterkste burgt is. De Waraburgt is geen Maagdeburgt, maar daarin werden alle uitheemsche en buitenlandsche dingen bewaard, die mede gebracht zijn door de zeelieden. Aldus is de voorafspraak: Bergen neigt uwe kruinen, wolken en stroomen weent.
't Zijn donkere helderheden. Zij vermoeden niet, dat zij te beklagen zijn. Zij zijn het gewis. Die niet weent, ziet niet. Men moet ze bewonderen en beklagen, zooals men een wezen zou beklagen, dat tevens nacht en dag was, geen oogen onder de wenkbrauwen had, maar een ster in het midden van het voorhoofd. De onverschilligheid dier denkers is, volgens sommigen, een verhevene wijsbegeerte.
Hoe kort zij haar rede ook afbrak, klonk het woord gevangenis echter zeer vreemd in de oren van Adolf. De tranen, die hij bij zijn ontwaken op 's meisjes wangen bemerkt had, gaven hem een angstig voorgevoel. "Wat zegt gij, Machteld?" riep hij. "De gevangenis van wie? Gij weent! Hemel! Wat zou er u gebeurd zijn?"
Nog altijd weent er de Israëliet bij den ouden muur van Salomo's tempel, nog altijd knielt en bidt de Christen bij het graf van zijn' Heiland.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek