United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Neen, vriendinne; maar iets anders doet mij een eeuwig afscheid van u vragen; gij hebt uw jong leven onder den smaad en de beschimping der andere menschen om mijnentwil versleten, en gij hebt den zoon van eenen beul met uwe liefde bedekt, om hem voor de schichten des haats te bevrijden; door u alleen heb ik het geluk gesmaakt, dat mij anders onbekend zou zijn.

"Wat zoet en helder leven sleet ik hier tusschen eene teedere zuster en eene zoete vriendinne!" zuchtte de jonge ridder, "Dit leven is ten einde voor mij!" "Maar, Robrecht, het is nog niet zeker. Gij kunt weigeren! riep Witta. "Wie heeft het recht om u te dwingen?" "Weigeren, zuster? Ik heb langen tijd geweigerd; er is niets aan te doen. Wie kan mij dwingen?

En op een zoeten Meie-morgen de Wereldoorlog zou weldra gedaan zijn; Wereldoorlogen duurden niet langer dan één enkelen winter sprak zoete Guenever zoete Ysabele aan: Mijne wellieve vorstinne en vriendinne, zoudt gij mij, in afwachting onzer wiganten en zegevierende Koningen, jolijt willen doen?

Ach, indien morgen onze graaf Willem Van Loo zich voor Brugge met het Kerlenleger aanbood, zou hij degenen niet veroordeelen die den vijand dezen burg hebben overgeleverd, wanneer zij hem nog weken lang konden verdedigen?" "Ja, gij hebt gelijk, vriendinne; maar de proost en de kastelein hebben het zoo gewild.

Hebt gij dan nog de hoop behouden dat Placida Van Woumen zijne echtgenoote niet zal worden?" "Of ik nog eenige hoop heb behouden?" herhaalde jonkver Wulf met plotselijke ontmoediging. "Eilaas, neen, vriendinne, niet de minste hoop.

Mij dan met schemerend oog, hem met van vreugde straks tintlende wangen, Mij met de leden zoo mat, hem, door den roes der verrukking hevangen, Ons, ach! breng spoedig weer zamen, vriendinne! Mij, dat ik ruste aan zijn hart, hem, dat hij trouw me als voorheen weer beminne!"

Maar hare bedruktheid was rustig geworden en in eene lijdzame mijmerij veranderd. Op eene vertroosting van Witta antwoordde zij met gelatenheid: "Lieve vriendinne, waarom toch vermoeit gij u, om mijne droeve gedachten af te keeren? Het is vruchteloos. Zou ik nu een enkel oogenblik mijnen armen vader kunnen vergeten? Hem, die mij zoo beminde!

Dan zeide Witta: "Kom, Dakerlia, troost u in de gedachte dat de Heer haar eene plaats in zijnen schoonen hemel heeft gegund. Zij was reeds oud, ongetwijfeld, en wij zijn allen sterfelijk." "Het is waar, mijne goede Witta; genoeg reeds heb ik ginder geweend; want gij zoudt niet gelooven, vriendinne, hoe treffend en hoe roerend de lijkplechtigheden zijn onder onze Kerels der Ambachten!"

Een kort oogenblik zweeg Rembha, en ging toen, in eenigzins veranderde maat, en met steeds zoetvloeijender klank harer ronde welluidende stem en als 't ware klimmende hartstogtelijkheid in de rol der minnende Radha voort: "Mij, hier verscholen in 't loof, hem, die daar sluimert in 't nachtelijk duister, Mij, die klagend hem zoekt, hem, die ginds praalt in zijn lagchende luister, Ons, ach! breng spoedig weer zamen, vriendinne!

De nacht is zwart, en 'k zie de Spaansche huurlingen fakkels aansteken. Wij zijn omtrent het Galgeveld. O, mijn zoete vriendinne, waarom zijt gij niet ginder gebleven? Hoort gij niets meer, Nele? 't Doet, zeide zij, een wapengekletter in het koren.