United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dakerlia slaakte eenen blijden kreet. "Ach, dank! dank!" zuchtte zij. "Zulke woorden alleen kunnen mijne smart verlichten." "Blijf bedaard, vriendinne", zeide Witta. "Neen, laat mij dien troost genieten. Ik meende alleen, gansch alleen te lijden, en hij, hij tevens bezwijkt onder het gewicht der treurnis!" "Maar, Dakerlia, gij verbaast mij!

't Is waar de overgang is wat grillig; zoo spreek ik van Comedien en Concerten, en zo koom ik tot myne deftige Vriendinne. Nu, gy weet hoe ik ben; los, bedroeft los.

Antwoord my toch ten eersten : wat verlang ik naar een brief van u! geadresseert in la Reine de France, chez Mademoiselle G . Niemand acht u hooger dan ZESDE BRIEF. Cornelia Slimpslamp schrijft aan Zuzanna Hofland Saartjes Tante, bij wie ze inwoont hoe Saartje als jong kind al niet deugde. Ze leest verkeerde boeken! Ze noodigt Zuzanna bij zich. Dierbare Vriendinne!

"Neen, neen, niet jaren, niet maanden. Een ongeluk dat nog moet komen verschrikt ons en ontrooft ons allen moed; een ongeluk dat geheel en al onwederroepelijk is volbracht, geeft ons kracht en moed terug ..." En zij voegde daarbij op den toon der diepste wanhoop: "Eilaas, nog drie weken, eene eeuw van smart en angst!" Witta greep hare hand en zeide troostend: "Kom, vriendinne, wees redelijk.

Robrecht, die diep was bedroefd bij de gedachte dat Dakerlia, door te weigeren, alle hoop op redding verloor, zeide haar nog met aangejaagdheid: "Maar, vriendinne, verschrikt het beeld van den pijnlijksten dood u niet, er is toch iets, iets schromelijks, dat uw fier en kuisch gemoed kan doen terugdeinzen. Vooronderstel dat de Kerels hier bezwijken en de burg worde ingenomen.

O, o! die vreeselijke R! Gelukkig Saartje is ongedeerd gebleven maar heelemaal overstuur. Hendrik is er zelf ziek van! Lieve Vriendinne! Ik ben te beschaamt, om je onder de oogen te komen, daarom schryf ik u deezen Brief. Och! ik ben een verloren menschje! Had ik toch naar je gehoort; maar, wat zal ik zeggen? Ik geloof, dat myne zonden my alle deeze elenden hebben op myn hoofd gehaald, och ja!

Gij hebt alweder geweend!" bemerkte Witta verwijtend. "Gij bedriegt u", zeide Dakerlia met eenen pijnlijken glimlach, "ik heb niet geweend; maar droef was ik toch onuitsprekelijk. De mensch, vriendinne, is zoo zwak in den strijd tegen zijn eigen hart!" "Maar, Dakerlia, gij moet verduldig u onderwerpen aan het lot. Zoudt gij dus jaren lang gaan treuren over iets dat niet te veranderen is?"

Mijn vriend, antwoordde Lamme weemoedig, zij was mij altijd getrouw, en beminde mij genoegzaam, lijk ik ze te zeer beminde, mijn zoete Jezus. Eens dat zij naar Brugge gegaan was, kwam zij teenemaal veranderd terug. Sedertdien, als ik heur van liefde sprak, gaf zij mij tot antwoord: Ik moet met u leven als eene vriendinne, doch anders niet.

Ik was byna niet in staat, om myne inwendige vreugd te verbergen. 't Was of ik in een zedelyk School was, daar men jonge menschen de eerste treden leerde zetten op den waren weg. Ja, ik voel zo eene zielenliefde voor de Vriendinne Buigzaam. In haar zie ik zo Maria en Martha vereenigt.

Nu nog verdedigt hij ons dagelijks tegen de Isegrims, die ons in een somberen kerker willen gevangen zetten." "Het is mij onmogelijk, vriendinne", antwoordde Dakerlia treurig; "ik zou hem dankbaarheid willen betoonen, maar mijn hart mistrouwt zijne oprechtheid, en mijne ziel haat en verfoeit hem tegen mijnen wil." "Ja, ik begrijp, Dakerlia; maar nu mijn arme broeder wel zeker dood is...."