Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 oktober 2025
Dit belette echter niet, dat zijne ziel treurde en nog snakte naar de afwezige vriendinne. Elke maal dat hij te huis kwam, hoopte hij, dat zijne moeder hem eenen brief zou toonen; maar de maanden verliepen zeer snel, en van Lieveken hoorde men niets meer.
Gansche nachten soms beziet ze heure voeten, zeggende: Hansken, mijn zoete duivel, zie eens wat zij gedaan hebben met uwe vriendinne. En heur arme voeten gelijken twee bloedige wonden. Dan weent zij, zeggende: Andere vrouwen hebben een man of een minnaar, ik, ik leef op deze wereld als een weduwe. Maar dan zeg ik tot haar, dat haar Hansken boos zal wezen, als zij van hem tot anderen durft spreken.
Robrecht haalde mismoedig de schouders op en zeide met eenen zucht: "Luister, luister, hoe de ram daarbeneden beukt; voel, Dakerlia, hoe de toren siddert. Ziedaar, arme vriendinne, de droeve wezenlijkheid!"
Gisteren heb ik u van den gansenen dag niet gezien, en nu is het reeds middag!" "Veel bezigheid ... een onverwacht geval hield mij terug, Dakerlia", antwoordde jonkver Sneloghe, als aarzelde zij om eene klaardere uitlegging te geven. "Maar laat ons nederzitten en spreken wij van u, vriendinne. Hoe gaat het heden met u?" "Wel genoeg, gij ziet het." "Nog zoo bleek!
Maar gy, myne jonge Vriendinne, hebt vyf talenten ontvangen, en de Here gaf u ook de gewilligheid, om die tot winst uit te zetten. ô Myn hartje, gy kunt nog zo veel goeds doen. En uw Bruidegom is een Timotheus, die de begeerlykheden der jonkheid vliedt, in wien het oprecht geloof woont. ô!
Zo de lieve Johannes eens aan hem schreef, hy zou zeggen: Ik schryve u, Jongeling, want gy hebt de waereld overwonnen. Ik spreke uit ondervinding. De Godsdienstige Edeling is by my geweest, maar zo als hy zich omtrent uwe Tante gedroeg; ô Vriendinne, dat was het werkent Christendom! Uwe Tante weende bitterlyk.
Het hart klopte hem fel bij het gezicht van Dakerlia's medelijden mij zijne smart. Tot haar gaande, sprak hij op diep ontroerden toon: "Dakerlia, gij beklaagt mij, niet waar? Ik dank u, lieve vriendinne. Het is een bitter lot zijn leven te moeten slijten met eene vrouw die men niet bemint en vreest nimmer te zullen beminnen ... maar troost u, waarschijnlijk bedrieg ik mij.
De matrozen, die hem, vlug als eene kat, met een referein op de lippen, op hunne boot zagen springen, ondervroegen hem nieuwsgieriglijk: Hoe komt het, maat, dat gij er nog zoo jeugdig uitziet, want men zegt, dat het reeds lang geleden is dat gij te Damme ter wereld kwaamt? Ik ben geen lichaam, maar een geest, zei hij, en Nele, mijne vriendinne, gelijkt mij.
Ernstig en droef schijnt ge in 't ronde te staren, Ach, niet een enkelen vriend uwer jeugd, Geen, wien die schittrende riddereeuw heugt, Moogt ge in de verte aan uw voet meer ontwaren! Droef bovenal staart ge neer op den grond, Dien eens uw trouwste vriendinne mocht sieren: Ach, niets dan onkruid en distelplant tieren Nu op de plek, waar zij eertijds bestond!
"Goede, dierbare Witta", murmelde jonkver Wulf ontroerd, terwijl zij Robrechts zuster omhelsde, "hoe heb ik onverpoosd aan u gedacht! Nu toch ben ik wel gelukkig u weder te zien!" "En ik, Dakerlia, ik was zoo bedroefd en treurig dezen morgen...." "Treurig? Waarom, vriendinne?" "Van gisterenavond heeft mijn broeder mij gezegd dat gij teruggekomen waart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek