United States or Trinidad and Tobago ? Vote for the TOP Country of the Week !


HONDERD-NEGEN EN TWINTIGSTE BRIEF. Arnold Helmers, Aletta's vroegere weldoener, schrijft haar: neem neef Pieter, is zeer geschikt voor je. HONDERD-DERTIGSTE BRIEF. Zuzanna Hofland komt tot de lektuur van Thomas

VIER EN NEGENTIGSTE BRIEF. Cornelia Hartog aan Wilhelmina van Kwastama: zij is tot de ontdekking gekomen dat Edeling niet om háár maar om Sara komt. O, ze haat Sara! ze verfoeit Edeling. VIJF EN NEGENTIGSTE BRIEF. Cornelia Slimpslamp aan Zuzanna Hofland: die Stijntje deugt niet; dat mensch is zelfs goed voor roomschen! Foei!

Zo een meisje; zo een engel; zo rein als een Kind; zo onkundig van haar gevaar; die niet eens vermoedt, dat ik de Belsebub ben, die het op haar bederf toelegt! want trouwen, Liefstetje, daar kan ik niet aan doen. Zie; zo praat ik al in en met my zelf. HONDERD-VIER EN TWINTIGSTE BRIEF. Zuzanna Hofland aan Sara: Benjamin en Slimpslamp zijn er met bijna al haar geld van door!

Zij zegt niemand lief te hebben, maar wil nog niet trouwen! Hij heeft moed. TWEE EN TACHTIGSTE BRIEF. Zuzanna aan Cornelia Slimpslamp. Zuzanna zit in de war, want de vrome Stijntje Doorzicht heeft haar de les gelezen, óók broeder Benjamin gelaakt. Wat moet ze nu? En Sara vraagt haar goedje. Ach! DRIE EN TACHTIGSTE BRIEF. Sara aan Anna: ze heeft een prettig avondje gehad. Er is mooi gezongen.

HONDERD-TWEE EN DERTIGSTE BRIEF. Aletta aan Helmers; ze kent Pieter heelemaal niet! maar haar hart is vrij, misschien.... HONDERD-DRIE EN DERTIGSTE BRIEF. Stijntje Doorzicht héél wijs en vroom aan Zuzanna Hofland: ze haat volk als Benjamin c.s.; van Sara heeft ze een lieven indruk.

Antwoord my toch ten eersten : wat verlang ik naar een brief van u! geadresseert in la Reine de France, chez Mademoiselle G . Niemand acht u hooger dan ZESDE BRIEF. Cornelia Slimpslamp schrijft aan Zuzanna Hofland Saartjes Tante, bij wie ze inwoont hoe Saartje als jong kind al niet deugde. Ze leest verkeerde boeken! Ze noodigt Zuzanna bij zich. Dierbare Vriendinne!

't Smart my, want schoon ik niemand liever voor myn Broeder had dan Willem, ik zou hem in geen nader betrekking gelukkig kunnen maken. Arme Willem! dit maakt my ongemaklyk. Omhels uwe Moeder voor ACHT EN DERTIGSTE BRIEF. Cornelia Slimpslamp ontraadt Zuzanna Hofland te procedeeren, en schrijft haar over broeder Kwast te Rotterdam.