Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
VIER EN NEGENTIGSTE BRIEF. Cornelia Hartog aan Wilhelmina van Kwastama: zij is tot de ontdekking gekomen dat Edeling niet om háár maar om Sara komt. O, ze haat Sara! ze verfoeit Edeling. VIJF EN NEGENTIGSTE BRIEF. Cornelia Slimpslamp aan Zuzanna Hofland: die Stijntje deugt niet; dat mensch is zelfs goed voor roomschen! Foei!
Maar wat heb ik met uw gelol en uw heiligen Sukkelaar te doen? Wat geef ik om uw broer Benjamin? Weet gij wat, juffrouw Hofland, uw heele oude voddenwinkel van kwezelarij raakt mij niets, geen oogvol. Houdt uw brieven maar thuis, ik weet alles in 't lang en in 't breed. Het kind heeft deugdelijk gedaan.
Die goede Slooven dagten, dat Tante los was van de Waereld, om dat de wyze schikkingen der Voorzienigheid nooit de eer hadden van haar Wel Edele te voldoen. Hoe zeer zy ook de Fyne uithing, zy beviel evenwel méér aan de Zusjes, dan aan de Broedertjes: men moet bekennen, dat Juffrouw Hofland juist niet heel oogelyk is. Met myn zesde jaar hield ik al meê Oeffening by Tante.
Ziehier de zeer kort saamgevatte "inhoud": Sara Burgerhart, eene wees, 'n zeer begaafd, zeer geestig en bevallig kind van 'n jaar of twintig, is bij een oude, kwezelachtige tante in huis, Juffrouw Hofland, die zich te goeder trouw bij de zoogenaamde "fijnen" aangesloten hebbend, hun dupe wordt. Buigzaam.
"Paulus, moet je weten," zegt Blankaart elders, "is mijn man en Salomo die van Saartje." Hij kan dus allerminst dulden, dat tante Hofland diens woorden citeert. Weer een steek voor tante Hofland: ze is immers zoo bar gierig. Een echte koopmansgeestigheid. Uitstekend van de schrijfsters! Een regel puntjes beteekent overal, dat er een stukje tekst is overgeslagen. "Broer" Benjamin.
't Smart my, want schoon ik niemand liever voor myn Broeder had dan Willem, ik zou hem in geen nader betrekking gelukkig kunnen maken. Arme Willem! dit maakt my ongemaklyk. Omhels uwe Moeder voor ACHT EN DERTIGSTE BRIEF. Cornelia Slimpslamp ontraadt Zuzanna Hofland te procedeeren, en schrijft haar over broeder Kwast te Rotterdam.
Antwoord my toch ten eersten : wat verlang ik naar een brief van u! geadresseert in la Reine de France, chez Mademoiselle G . Niemand acht u hooger dan ZESDE BRIEF. Cornelia Slimpslamp schrijft aan Zuzanna Hofland Saartjes Tante, bij wie ze inwoont hoe Saartje als jong kind al niet deugde. Ze leest verkeerde boeken! Ze noodigt Zuzanna bij zich. Dierbare Vriendinne!
En hoe zal myn Nicht nu tot opspringens toe blyde zyn! Nu zal zy zeggen, straft onze lieve Heer myn Tante, die my zo kwalyk bejegent heeft. Zie, ik moest je dat zo allegaar eens schryven. Schryf een lettertje aan Vriendinne Hofland!
En jelui herinnert je dan wellicht even weinig, dat iets van dat mooie uit dichtgevouwen ondoorzichtbaarheidjes, die eens een hoopvol zaaier in je wierp, werd geboren, als de aarde het doet. Daar begint de bijtende ironie al: juffrouw Hofland is oud en leelijk, zooals je verderop zien zult.
"Zeker een verzuim; want moest ik, als gemachtigde, en ik durf zeggen als vertegenwoordiger van den Graaf, zoo op den rechtsdag van Oostergoo als opzichtens Kempenesse, Aldenum en Hofland, niet zitting op uwe landdagen hebben, ten einde mijne stem te kunnen uitbrengen in het belang der Heerlijkheid?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek