Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Zo een meisje; zo een engel; zo rein als een Kind; zo onkundig van haar gevaar; die niet eens vermoedt, dat ik de Belsebub ben, die het op haar bederf toelegt! want trouwen, Liefstetje, daar kan ik niet aan doen. Zie; zo praat ik al in en met my zelf. HONDERD-VIER EN TWINTIGSTE BRIEF. Zuzanna Hofland aan Sara: Benjamin en Slimpslamp zijn er met bijna al haar geld van door!
Ja, Juffrouw, zo jy en men Heer Blankaart niet in den hemel kommen, dan versta ik my dat werk niet. Wat was hy altyd grappig, en wat het hy my dikwyls een gulden gegeven; en ik wou Juffrouw graag wat in haar huishouwing kopen, al was het maar een Glazen-kasje, of een Turfbakje; maar voorlede week kwam je Tante Hofland my tegen.
Wat geef ik om uw Broêr Benjamin? Weet gy wat, Juffrouw Hofland, uwe hele ouwe voddenwinkel van kweeslary raakt my niets, geen oogvol. Hou uwe brieven maar t'huis, ik weet alles in 't lang en in 't breed. Het Kind heeft deugdelyk gedaan. Zy moet meer gedulds hebben dan ik, anders hadt zy zo lang niet eens by u gebleven; dat 's maar uit.
Buigzaam in huis zal gaan, vertelt zij iets van haar leven bij haar lief tantetje Hofland. Het is een buitengewoon geestig en guitig stukje. En als ge nu na het lezen den indruk krijgt: ja maar die Saartje moet dan toch iets van een kunstenaar in zich hebben, om zóó te kunnen schrijven, dan zult ge in dit geval niet bedrogen uitkomen.
zooals gewoonlijk. De ouwe zuiplap van een Brecht moet ook weer zalverig een duit in 't zakje gooien. Saartje verhoogt in niet geringe mate het komisch effect van het meegedeelde, door haar "Zuster Bregitta" te noemen. Tante Hofland. De Heer Knappert zegt hier: "Aldus naar de kleur der pruik."
"Broer" Benjamin, zoo had juffrouw Hofland in haar brief aan Blankaart verteld, was gewoon koning David "de Heilige Sukkelaar" te noemen! Het is een van de vele zotheden, die de "fijnen" over den bijbel ten beste gaven. Poesten = blazen. Konkels = oorvegen. Verspild. Tante Hofland had namelijk in haar brief beweerd, dat de Franschen het "teeken des beestes" op het voorhoofd dragen!
Mej. Suzanna Hofland is in haar hart nog zoo kwaad niet en streeft er althans oprecht naar deugdzaam te zijn, 't geen natuurlijk onze Cornelia, die haar wil overhalen tot niet meer of minder dan het afleggen van een valschen eed, niet naar den zin is. Zij poogt daarom juffr.
De reuk myner gaven verspreidde zich ook spoedig; de Groten der aarde verruilden ook gaarn myne toelichtingen voor hunne tydelyke goederen; edoch, dit getal is echter niet groot. Dus raakte ik ook bekent met de vrome Juffrouw Hofland, die gy als een andre Saulus vervolgt. Ik slyt vele opgewekte uurtjes met haar.
Is vermaak dan alles? En wèlk vermaak! Tante Hofland zal nog gelijk krijgen! Ze mag Anna uitmaken voor wat ze wil: bijnamen geven is geen redeneeren. Willem maakt 't goed; Smit gaat uit preeken. Hendrik Edeling is een beste jongen; Smit kent zijn broer. NEGEN EN VIJFTIGSTE BRIEF. Willem Willis schrijft zijn Moeder: hij maakt het goed, doet zijn best, maar Sara kan hij niet vergeten.
Jy weet ook wel, dat Juffrouw Hofland, als eene echte dochter van Gaaijus , de noden der Heiligen vervult; en jy onthouwt haar heur geld; zoo dat jy een Kerkrover bent; ja, dat ben jy. Zo, heeft Saartje geen drie honderd guldens verteert? Wel nou toon je alweer jou werelds hart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek