United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toch zoû Aventure den burcht van Endi nu naderen, want alleen, alleen zoû Gawein wederomme en ten tweedenmale Assentijns burcht moeten nemen: Amadijs zoû hem van nut en noode niet en zijn.... En hij zeide tot zijn schildknaap: Wellieve knape, aanzie!

Zij reden her en der, zij reden harentare, terug naar de verschillende oude Koningen, wier baroenen zij waren; over weg en heide, over vlakte en vallei scheerden zij zich weg op hunne ijlende paarden en de drie gezellen van Tafel-Ronde zagen hen rondom aan de kimmen verdwijnen.... Toen zeide Lancelot: "Wellieve Gawein, wij hebben u verlost en gij zijt gewapend. Wat denkt gij?

Eindelijk echter meende hij te kunnen spreken en zeide hij, hoofsch en bijna nederig hoewel toch waardig omdat hij zich geen schuld was bewust meer dan God op hem geladen had bij zijne vleeschlijke geboorte: Assentijn, machtige Koning en vader mijner wellieve en, lace, te vroeg verscheidene Ysabele, gij zegt mij vele woorden en zekerlijk, zij verbijsteren mijne ziele en mijnen armen geest.

Ik en vond u niet in de burchtzale, zeide Gawein; waar de burchtzaten in feestelijk deduut te zamen zijn en aan den male, zag ik u met Lancelot zoo zoete spel drijven en samensprake vol courtoisië, dat ik niet en wist wat te denken, o Ysabele! O Gawein, mijn wellieve Gawein, verweet schalks Ysabele; wat verdacht gij mij van courtoisië met Lancelot te drijven!

Zonder meswende, wellieve zuster, ik zal u den wagen zenden en gij zult ondervinden hoe ruischloos hij vaart! De ridders waren opgetogen en verzamelden zich rondom Merlijn, die zich afwendde van de groote, parelmoêren lelie. Wat! riepen door elkaâr Sagremort en Acglovael, Bohort, Hestor en Meleagant. Bij Sint Jan! Bij Sint Michiel! Bij Maria's Kind, den rijken Gode van Hemelrijke!

Toen Merlijn terug in de zaal keerde, na den vertrekkenden uitgeleide te hebben gedaan, vond hij Gwinebant, den neef der koninginne, misnoegd zitten in een zetel en Lancelot bezorgd voor hem staan. Wat is er, wellieve vrienden? vroeg Merlijn; en waarom volgt gij niet alle de anderen van Tafel-Ronde?

Gawein is de hoofschte. Wie de hoofschte is, kan moeilijk de trouwste zijn, Lancelot, want hij mint te veel naar alle zijden uit. Zeg, wie van ons is de ridderlijkste? Gawein. Hij en is niet de vroomste.... Hij en biecht soms niet in jaren. En hij laat zich verlokken door Morgueine en vergeet alles van het Zwevende Scaec... Lancelot, zeg mij, wellieve gezel, ben ik ridderlijk?

Want weet, wellieve knape, dat wij zijn zeven ridderen van Tafel-Ronde en dat wij zoeken Mordret en Didoneel, die zijn van Camelot gegaan en zij kwamen niet meer weêrom, zoodat onze heer Koning ons heette hen te zoeken; zij zijn hem harde dierbaar en hij vreest voor hunne levens.... Ik ben die gone, die is Bohort; mijn gezelle, hier naast mij, heet Ywein....

Hebt gij met uwe zuster gesproken, Morgueine, die zoo verre woont aan de zee?? En waarom en zoude ik niet, wellieve gezellen, mijn gevoeg hebben aan mijne tooverlelië? antwoordde Merlijn, en zij zagen nu allen, dat hij geheel veranderd was en verouderd en voor hen stond als een oude man, als een eerwaardige grijsaard met zilvergrijze lokken, zilvergrijzen baard.

Mijn wellieve grootvader en edele Koning, zeide de jonge Ysabele; vergeef uwe kleindochter, dat zij u storen komt maar haar angst, waar dat gij bleeft, was groot en hare harte was vol gepeize om u....