United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Michiël, bragt men van de plaats, alwaar de misdadigers ter dood gebragt worden, aan het Geneeskundig Collegie, een lyk, tot het doen van ontleedkundige vertooningen geschikt; en by toeval nam de bediende van het Collegie het lyk van eenen schelm, die den zoon van den heer SCOT, een heelmeester van goeden naam, in deeze stad, vermoord had. Zyn aangezicht had nog een woest voorkomen behouden.

En Gawein gaapte even, achter de hand, had wel slaap na de mis en nu om het altijd te vergeefsche wachten. Maar de andere elf, zij gaapten niet, vol spanning om wat gebeuren zoû. Zelfs vloekte Bohort tot Lancelot: Bij Sint Michiel, komt er nog niets aan? waarop Lancelot ter sluiks naar de lucht zag en Ywein fluisterde: Ge...ddduld dd...an toch!

Kijkt, jongens, ik en ben geen profeet, maar ik zie er in, dat diezelfde Michiel De Ruijter, die een kwâjongen moet geweest zijn zoo groot als er ooit een geleefd heeft, een Ammiraal zal worden zoo groot, dat hij den roem van onzen Marten in de schaduw zal zetten. Die man heeft alles wat een jong man hebben moet om eens een groot man te kunnen worden.

Terwijl een derde achter hen schaterde van luiden lach: Bij den goeden dage! En de vier anderen uitriepen: Bij Sint Michiel! Bij Sint Jan! Dit is met rechte jongstige fortuin! hernam, bulderend blijde, de reus.

En Gawein spoorde zijn paard en Alliene spoorde het hare tot vluggeren draf, om het Scaec niet uit het oog te verliezen.... Tot het Scaec, ergens, achter de kartelende lijn van geboomte, pijlrecht neêr daalde en verdween. Bij Sint Michiel, mijne schoone jonkver! riep Gawein. Vooruit in de richting waar het verdween! En zij draafden dwars door het foreest, waar het Scaec scheen neder gevallen.

In en buiten de kerk was de geloovige steeds omgeven door de heiligen die vroeger op deze aarde hadden gewandeld, hem waren voorgegaan naar den hemel, doch nog steeds over de menschen bleven waken. Wie op reis ging, beval zich in de hoede van SINT JAN en SINTE GEERTRUIDE, SINT CHRISTOFFEL was de toevlucht tegen een onverwachten dood, SINT MICHIEL beschermde inzonderheid tegen den duivel.

Hoewel veel van de merkwaardigheden, die het Raadhuis voor een halve eeuw nog bezat, o. a. vele schilderijen en kisten vol Delftsch aardewerk, op raadselachtige wijze moeten verdwenen zijn, vindt men er toch nog merkwaardige stukken o. a. van Pieter Bronkhorst, Delff, Michiel Jansz. van Mierevelt.

En de wijde, halve kring van Koning Clarioens machtige heir naderde en naderde dichter, nu het tegen den noen ging en Guenever, op den toren, tusschen hare vrouwen, op de knieën gezonken, luide bad tot Sinte Marië's Kind, God van Hemelrijke ende tot Sint Michiel om haar te hulpe te komen.

Ook bij het lijk op de Ontleedkundige les merkten we, hoe zorgvuldig Rembrandt bestudeerde de manier van eene schaduw om ergens op te vallen. Bij het beschouwen van de vier voortschrijdende beenen herinneren we ons die van Michiel de Ruyter en Zeeger op de plaat: "Dat is onze man." Bij Banning Kok en Ruitenberg alles verschillend: schoeisel, kleeding, kleur en bouw, houding, beweging en stand.

Maar zijne ziele, daar waren allen ook zeker van, hadden de engelen mede gevoerd in Paradijs, naar Sint Michiel... En Koning Artur was zeer krank, dat was van ouderdom en van weemoed om Wonder en Avontuur, want hij begreep wel, dat zijne ridders er niet harde aan geloofden.