Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Meer dan eens werd de Ruijter uitgezonden om de Barbarijsche zeeroovers te tuchtigen en nog in 1816 bombardeerde een Engelsch-Nederlandsche vloot, onder bevel der admiraals Lord Exmouth en van de Capellen, de stad Algiers naar aanleiding van zeerooverij. Eerst in 1830 kwam aan dit schreeuwende misbruik een einde door de verovering van de stad Algiers door de Franschen onder generaal Bourmont.
Hij verwierf er meer: Hij verwierf er een graf, en was het wel niet de Stad, waren het de Staten, die aan De Ruijter dat marmeren gedenkteeken stichtten, het was toch uit aanmerking van het Burgerschap, door De Ruijter te Amsterdam bekleed dat Hunne Edelmogenden besloten het lichaam des Helds aldaar ter aarde te doen bestellen en niet in Rotterdam, dat op die eere had aanspraak gemaakt.
Meer dan eens werd de Ruijter uitgezonden om de Barbarijsche zeeroovers te tuchtigen en nog in 1816 bombardeerde een Engelsch-Nederlandsche vloot, onder bevel der admiraals Lord Exmouth en van de Capellen, de stad Algiers naar aanleiding van zeerooverij. Eerst in 1830 kwam aan dit schreeuwende misbruik een einde door de verovering van de stad Algiers door de Franschen onder generaal Bourmont.
't Is waar, de man, die hier begraven ligt, was gerechtigd geweest een Hertogskroon te voeren; 't is waar zijn deugden hadden hem, indien hij in de eerste Christeneeuwen geleefd had, misschien heilig doen verklaren en toch, wie aan Michiel Adriaanszoon De Ruijter denkt, dien zweeft geen beeld voor den geest, dat óf de gouden kroon eens Hertogs, óf de stralenkroon eens martelaars draagt; maar veeleer dat van den wakkeren knaap, den zoon van behoeftige ouders, die, de lijnbaan verlatende om de baan der eere te betreden, als zeeman alle rangen doorliep en geen anderen roem kende dan dien van God en de Heeren Staten te dienen; het beeld van den meest nederige, den meest eenvoudige, meest burgerlijke onder de groote helden van alle tijden, en tevens, als toonbeeld van moed, van beleid, van volharding, van vertrouwen op hoogeren bijstand, mede een type der deugden van de oude Republiek.
Door enkelen wordt vermoed, dat deze landhoek destijds een eilandje was, waar een arm der Waal ten oosten en zuiden langs liep, welke later is verloopen. Was Loevestein reeds in 1397 belegerd geworden, zijn roem in onze historie heeft het slot toch pas verkregen door Herman de Ruijter, die in 1570, door slechts drie kloekmoedige mannen vergezeld, Loevestein innam.
Dat De Ruijter Vice-Admiraal, Luitenant-Admiraal, Opper-Admiraal werd, dat hij brieven van adeldom en een Hertogstitel ontving, dat was zeker veel; maar het waren verhoogingen, die in den gewonen loop der dingen elkander wel moesten opvolgen; doch dat De Ruyter 't Groot-Burgerschap van Amsterdam bekwam, dat zei in de oogen van zijn levensbeschrijver vrij wat meer, want, vervolgt hij na 't vermelden van het feit "de Admiraal werd daardoor in staat gestelt dat hij in tijt en wijle tot de hoogste ampten van stadsregeeringe kon worden gekozen."
Een ampt van Stadtsregeeringe! dat beteekende in de oogen der Amsterdammers nog heel wat anders dan een Vlootvoogds-staf of een Hertogskroon! En toch, zooverre mocht De Ruijter het niet brengen, dat hij ooit in Amsterdam zoodanig ambt, zelfs geen Commissariaat van Kleine Zaken verwierf!
Eén der gewaande monniken, Herman de Ruijter, een ossenkooper uit 's Hertogenbosch en een vurig aanhanger van den prins, trok onder zijne pij een pistool te voorschijn en schoot den slotvoogd neer. Partij trekkend van den panischen schrik, door deze daad veroorzaakt, maakten de Ruijter en zijne gezellen zich nu van de dienaren en van het kleine garnizoen meester.
Ook bracht hij het nooit zoo ver, dat beroemde mannen uit onze geschiedenis zich door hem lieten portretteeren. We mogen dit stellig betreuren. Wat zouden we uit zijne handen een portret hebben gekregen van een Frederik Hendrik, een Jan de Wit, een Michiel de Ruijter, een Constantijn Huygens.
geïllustreerd met 32 platen door J. H. Isings Jr. Prijs f 2.50, in prachtband f 2.90. De Nederlandsche Spectator van 26 Januari 1907 schrijft: Een ware "De Ruijter" hulde. In het stedeke Brielle waren nog de schimmen van onze zeehelden rond: Witte de Witt, de Trompen, Evertsen enz. en wie daar met een dichterlijken geest woont, wordt van hun geestkracht vervuld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek