United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik Lionel, ik ben de zesde ridder uit Noordhumberland, die onschuldig wordt rond gevoerd op deze schandelijke tooverkar! O verlost mij, verlost mij, heeren! U verlossen... van de Schandekarre! riep Lancelot in hevigste ontsteltenis. Van de Schandekarre... u verlossen! riep radeloos Gwinebant. En de beide ridders wierpen de armen op en riepen tot Sint Michiel.

Maar nu had men behoefte aan een bekwaam man, wien men het opperbevel over een deel van de vloot kon toevertrouwen. De Staten van Zeeland besloten, die hooge betrekking op te dragen aan Vlissinger Michiel, thans koopvaardij-kapitein in ruste. Het kostte veel moeite om hem over te halen, die waardigheid te aanvaarden.

De Augustus-zon stond brandend heet op het Scheveningsche strand. 'T was kort na den vrede te Breda, die aan den tweeden Engelschien oorlog een einde had gemaakt. De vredesvoorwaarden waren voor een deel door ons gesteld en dat het magtige Engeland zich zoo vernederen moest, hadden de Vereenigde Provinciën hoofdzakelijk te danken aan Michiel Adriaensz.

Tien jaren geleden, bij Sint Michiel! heugt zich Gawein; gingen wij nooit ten disch voor Aventure zich had gekond! Sedert, klaagt de Koning; wentelden de jaren in veiligheid voort en gastreerden wij in belanglooze vrede.... Iederen vesper, iederen vesper! En meldde nooit ende nie zich een jonkver meer aan, die gewroken moest worden? Nimmermeer! Nimmermeer!

Hoewel wij hem later, in 1622, in dienst van Prins Maurits aantreffen als busschieter, waaruit blijkt dat de vijftienjarige Michiel reeds de diensten van een volwassen man moest verrichten, bleef toch zijn hart hem naar de zee trekken. Nog in hetzelfde jaar keerde hij naar het scheepsdek terug als hoog-bootsmansmaat, en maakte vervolgens als zoodanig verscheidene tochten.

Dit boeide den knaap zoodanig, dat hij vast besloot, zeeman te worden en, den dag vóór ooms vertrek, dezen dit besluit mededeelde. "Maar, beste Pieter," zeide oom Klaas. "Men kan geen paard al loopende beslaan. Je bent eerst twaalf jaren. Je bent nog te jong om het zeegat te kiezen." "Te jong, oom? En Michiel Adriaanszoon de Ruyter dan? Die was nog maar tien."

Hij wees haar op te staan, hield de tent voor haar open en toen zij binnen waren zeide hij: "Ik moet hier blijven, Mevena, de keizer wil mij niet laten gaan." Zij zag naar den grond en antwoordde niet. En hij sprak weêr: "Maar nog vóór de zomer voorbij is kom ik in Pisa, nog vóór Sint Michiel, nog vóór de winter komt, en dan zullen wij nooit meer scheiden, en gelukkig zijn."

Toen Jan Kompanie vernam, dat Michiel, zijn vroeger speelkameraadje, de admiraal was, die over de machtige vloot bevel voerde, liet hij zich bij hem aan boord brengen, waar een hartelijk wederzien volgde. Jan had het ook ver in de wereld gebracht, want hij was zelfs onderkoning over eenige negers geworden.

Zoo klom dus Michiel, de eenvoudige Vlissinger jongen, door eigen verdienste van trap tot trap hooger op de maatschappelijke ladder, en was hij tot een man opgegroeid, die de oogen der hooge regeering op zich gevestigd wist. Maar zelf bleef hij de eenvoudige Michiel, nederig, bescheiden, vroom en dapper. Machgyel Adriaense de Ruyter.

Hij zelf nam het eerste; het tweede gaf hij aan zijnen stadgenoot Witte Cornelisz. De With, doch daar deze door ziekte verhinderd was aan den tocht deel te nemen, liet hij het bevel er van aan Michiel Adriaensz. De Ruyter. Het derde stelde hij onder de bevelen van den Zeeuwschen Vice-Ammiraal Jan Evertsen en het vierde vertrouwde hij aan den Schout-bij-Nacht Pieter Floriszoon toe.