Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Toen Lancelot de handen strekte, tastte hij en herkende niet Gwinebant maar Lionel. En hoorde hij Gwinebant, geboeid, liggende op de Schandekar, zich van pijn en smarte wringen en kermen en kreunen. Gwinebant! riep Lancelot smartelijk. Ik zal u bevrijden op mijne beurte...! Na twaalf uren! grinnikte de dwerg. Lionel! riep Lancelot. Sla mijn mantel om en bestijg mijns vriend paard!

Gwinebant, riep Lionel naar den jongeling op de Kar: hij lag er half naakt in zijn door tooverij ontgespte rustingstukken, maar Lancelot bedekte hem met een mantel. God zal u loonen! God zal u loonen, o mijn bevrijder! En pijnlijk en nog na kermende van de geledene pijnen, besteeg hij Gwinebants paard....

En met de kreten der jonkvrouw mengden zich de ontroerde stemmen van Lionel, Lancelot en Gawein, die met malkanderen wedijverden in edelmoedigheden, wie de Kar bestijgen zoû. Want Gawein aarzelde niet, hoofsche ridder, die hij was, te voldoen aan het bevel van Ysabele, die hij minde boven alles ter wereld.

En dat de schoone Gwinebant gehuwd was met de zoete Ysabele zij beiden heerschten over Endi en dat Lionel, de Ridder van de Kar, heerschte over Noordhumberland.

En hij wierp zich af en de beide ridders omhelsden elkaâr. Lancelot! riep Gawein. Wat ligt mijn Gwinebant, onze jongste en schoonste gezel, op de Kar?! Hij ligt er om ridderlijken plicht! zei Lancelot. Hij ligt er om Lionel te bevrijden, die lag op de Kar schuldeloos! Wij waren uit getogen, Gawein, op queste naar u, die bleef zoek en ontmoetten de Kar en Gwinebant bevrijdde dezen hier: Lionel!

Kort geleden, den 20 November, had Lionel Philips, de man, die vijf jaar geleden met 300 gulden op zak te Johannesburg was aangekomen en zich had opgewerkt tot meervoudig millionair, chef der firma H. Eckstein & Co. en vertegenwoordiger van eene der machtigste goudmijnmaatschappijen der wereld, ik zeg, deze man had pas bij de plechtige opening van het nieuwe gebouw der Kamer van Mijnen van Witwaterrand zijne groote rede gehouden, die uitliep op eene heftigen en bitteren aanval tegen de Regeering en den Volksraad.

Hij zette, vóór, garsoenen schoten op de paarden toe Lancelot en Lionel hem konden verhinderen, zijn voet op de Kar... Er was als donder en weêrlicht uit blauwe lucht; de dwerg grinnikte; angstig hinnikte het mizerabele paard.... In de Kar lag Gawein... En wrong zich, gebonden, de kleêren verscheurd. Tusschen Lancelot en Lionel stond wankelend Gwinebant. Hij was heel bleek.

In der daad richtte zich ook Gwinebants ranke, breedschouderige gestalte, zoo jeugdig als van strijdengel, meende kermend Gawein, aan Sint Michiel gelijk! en Ysabele, zijdelings, glimlachte Gwinebant toe... En Gawein kermde en er was zùlk een laweide, dat plots donderend de Koning Assentijn uitriep, tusschen Lionel en Lancelot: Jonkvrouwen en vrouwen!

Het slot van de besprekingen was, dat Heer Bors, de trouwe vriend van Lanceloet, Walewein's uitdaging aannam, maar helaas! nog dienzelfden avond droeg men zijn lijk binnen het kasteel. Hetzelfde lot trof zijn jongeren broeder, Lionel, die zich vol geestdrift had aangeboden om den dood van Bors te wreken.

Ik ben Lionel en ridder van Koning Clarioen van Noordhumberland, en hij beval mij naakt te werpen op de schandekar, opdat mij deze zinnelooze dwerg zoude voeren, alle straten door, alle wegen over, voorbij de burchten, dat uit de vensteren de bewoneren mij belachen zouden en onteeren!

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek