United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


En de beelden waren zoo schoon, dat de ridders zich verbaasden, iedere maal, dat zij ze zagen.... Tal van garsoenen schoten toe, terwijl de ridderen afstapten en grepen bij de teugels de rossen; een seneschalk naderde met een stoet van dienaren, en toen de elf ridderen binnen traden, doofde plots, voor de poort nog zich sloot, al de illumineering van het slot.

Hoofsch antwoordde verrast Gawein en reed met Amadijs binnen over de brug en zij reden de twaalf poorten door en de elf bruggen over en in den wijden burchthof naderden hen garsoenen; zij stegen af en de garsoenen ontgespten hun sporen en ontgordden hun de zwaarden en de drossaet noodde hen den burcht in.

Lancelot en Gwinebant werden door den ouden koning Ban, die wel van de Tafel-Ronde gehoord had, in nachtjapon slaperig en ietwat brommerig ontvangen, maar toen geleid naar een kemenade, waar garsoenen hen van rusting en wapenen ontdeden wees des ghewes, gij, o lezer, dat de rossen reeds goed werden verzorgd en geroskamd stonden voor volle ruif.

Rondom hunne elkander ontmoetende, zoet herkennende liefdeblikken, was het veel laweide, want de paarden hinnikten, steigerend aan de vuisten der garsoenen, die ze bedwongen... De edelvrouwen riepen wi ende wacharme... De baroenen huldigden met lof ende prise Lancelot en Lionel. En de schoothondjes... o wat de schoothondjes razende keften! Toen klakte de dwerg met de zweep.

Ik beveel u: doet zwijgen, en dadelijk, al uw onzalige schoothondjes want, mij mijne koningskrone! ik laat ze anders allen door de garsoenen in de grachten gooien! Toen stortten alle de vrouwen en jonkvrouwen toe op hare keffende hondjes en borgen de lieve beestjes in hare armen, aan hare boezems, in de schootplooien van haar gehevene kleed...

Allen drongen den burcht in, om zich te wapenen. De garsoenen geleidden reeds, gezadeld, het prachtige strijdros des Konings voor... Op den hoogsten toren van Camelots koningsburcht was de koninginne Guenever met hare vrouwen gestegen, in grootste wanhoop en radeloosheid.

De dwerg grinnikte; de zon stond nog hoog aan het namiddaggeluchte en de zonnebloemen langs de muren en grachten straalden den gouden gloed terug... Toen grinnikte de dwerg en fluisterde: Hoor, mijn zoete knape! Ik en ben niet zoo dul als zij denken! De baroenen dwongen mij den burcht binnen te rijden en de garsoenen spanden het rosside uit.

Gij zult leven en overwinnen, om mijne minne! En Ysabele scheurde zich hare andere mouw af en bood die Gwinebant. Hij kuste de mouw en snelde weg, om zich te wapenen. In hevigst gedrang snelden alle de ridderen meê en riepen den garsoenen de rossen te zadelen. Maar plotseling hielden zij stand. Op den drempel van de poort was de oude Koning Assentijn verschenen, in volle wapenrusting.

Nu waren zij het hagedochte uit gereden, zonder dat toover-enghien hen verhinderd had, want de torenwachters hadden Gawein herkend en lieten hem vrij binnen rijden met den knaap, die hem ter zijde reed. Gawein en Alliene reden door opene poort bij poort over brug en brug den burchthof binnen; garsoenen schoten toe, hielden de rossen vast; de ruiters stegen af....

Wapent u, vrienden! riep Merlijn, die reeds opsteeg in zijn fenix. Garsoenen, zadelt de rossen! Wapenknechten, grijpt de spiezen! De tijd dringt! Wel heb ik mijn gnomen bevolen met prikkelige tooverdraden, door het foreest gespannen, Clarioen tegen te houden, maar de tijd dringt, de tijd dringt! Ik ben, ofschoon toovenaar, maar die gone, die mensch is als gij!