Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Mijn lieve neve! zeide Koning Artur ontroerd; mijn valiante wigant, ik danke u voor zoo harde schoon volbrachte queste, niet minder schoone, dan wij Destijds volbrachten en al bleken Didoneel en Mordret, ach wi, ach wacharme, ook twee feloenen...

Ach wi, ach wacharme, Keye, terwijl mijn eerste twaalftal ach wi, ach wacharme, sedert Mordret en Didoneel feloenen bleken, moet ik wel zeggen: tiental zoo lang toeft te keeren tot Camelot en ik van berouwe smacht, dat ik Gawein gedrongen heb te gaan op queste van een tweede Scaec, dat wellicht een onzalig duvelsche Scaec blijkt en hem tot verderf zal brengen!

Gawein, lieve Gawein, ziet gij dan niet, dat ik krank ben van mijne onkunde geworden, dat ik in troostelooze moede ben, trots al mijn hof, dat jolijt drijft om mij rond, om mij vergeten te doen? Gawein, lace Gawein, ziet gij dan niet, dat de oude Koning Mirakel sterft, omdat de nieuwe mirakelen door de geluchten zweven en wij, o wacharme, hen niet en weten?

Toen, aan den kant van den weg, waarvan Gawein niet geweten had, viel het wankelend in een, zoodra haastig de ruiter was afgestegen en lag, hijgende, met de puilende vrouwe-oogen en de kloppende flanken, waarvan het water droop. Awi, ach wacharme! kreet smartvol Gawein. Gringolette, gaat gij mij begeven!?

Hij is krank en kan rijden noch gaan, noch zelfs over zijne voeten staan! Luttel vrienden zijn hem gebleven en luttel dienaren! Wacharme, edele ridder, heden kwamen de roode en de zwarte binnen onze veste, die is harde vervallen en te-broken en voor de oogen van mijn vader grepen zij mij aan en maakten mij beiden tot hunne amië!

En zij riep luide, hare smart uitklagende en kermende: Wacharme, o Sinte Marië, komt mij dan geen ènkele ridder, met zijne deugd, verdedigen van deze kwade feloenen, die nie ridderschap betrachtten! En hare armen gebonden op haar rug en ter nauwer nood zich houdende, gezeten op haar palafroet, wankelde zij in het gereide en gilden hare kreten het woud uit over weg en tot hemel.

Rondom hunne elkander ontmoetende, zoet herkennende liefdeblikken, was het veel laweide, want de paarden hinnikten, steigerend aan de vuisten der garsoenen, die ze bedwongen... De edelvrouwen riepen wi ende wacharme... De baroenen huldigden met lof ende prise Lancelot en Lionel. En de schoothondjes... o wat de schoothondjes razende keften! Toen klakte de dwerg met de zweep.

Ginds, buiten, waait de sluier der koningin rondom het aanbiddelijke, blond krispe hoofd van Lancelot, als een mist, die hun kus onzichtbaar doet zijn aan het nooit uitgekeken geschuin-oog der ridderen. Voorwaar! zegt de Koning. En sedert.... Sedert...! O wee, o wacharme, mijn Vorst! Deed geen Aventure zich voor!

Gawein, klagende als in grooten nood, ontdeed zich van zijn helm en de herder liep er meê omlaag en kwam, den helm gevuld, weêr op. Awi, ach wacharme! klaagde Gawein steeds. Zie, mijn ors sterft! Brave herder, mijn ors sterft!! Gringolette, wilt gij mij verlaten en hier alleen laten bij dezen rivier, dien ik u heb doen op zwemmen en zonder noode!?

Ik vond het en ving het voor u en ik wond er de mouwe om van Ysabele, de schoone, die ik minne...... Mèt het Scaec, o mijn Koning, voer ik tot Camelot Ysabele, zoo als ik...... Destijds!...... eene Ysabele, wacharme, en een zwevende Scaec tot Camelot ook voerde. Toen was het zóo...... nu is het anders: nu is het beter misschien en grooter Wonder en edeler Aventure!

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek