United States or Switzerland ? Vote for the TOP Country of the Week !


En vol liefde-angst zagen hare azuren oogen hem aan... En hij herkende haar... Eénmaal had hij haar gezien ten tornooie... En hij had hare mouwe, die zij hem had gereikt, geslingerd rondom zijn helm... En sedert had hij haar gezien, tallooze malen van onzegbaar geluk, in zijne droomen... Ysabele... murmelde hij. Gwinebant... stamelde Ysabele. En hare witte handekens reikten hem toe.

Want nu, met Ysabele en met het Scaec, bracht ik ook mijn gezel, Gwinebant, en mocht hem van den doode redden...... Gawein bood Koning Artur het Scaec in de handen, uit de los gewondene mouwe... Toen gevoelden de gezellen hoe lief zij Gawein allen hadden en hoe prachtig hij was, omdat hij aan Wonder geloofde... Maar tevens gevoelden zij een vreemde wroeging...

Gedenk u des, Ysabele, gij gaaft mij de mouwe ten lesten tornooi...? Ik en vergat het nimmer, Gwinebant... Gij streedt en verwont te mijner eere... Ik dacht sedert steeds aan Ysabele... Ik dacht sedert steeds aan Gwinebant... Merlijn luisterde om een hoek: hij was nu héél oud en de maan zilverde in zijn baard. Ik droomde u, zei Ysabele. Ik droomde u ook! zei Gwinebant en lachte verbaasd.

En Ysabele antwoordde: Mijn ridder, vol van deugden en hoveschhede, ik heb u ook zoo lief sedert het tornooi, toen gij mijn mouwe vast hechttedet aan uw helm en zoo mij Koning Clarioen van Noordhumberland tot zijne koninginne verkoren heeft, zult gij mij zijn wat Lancelot is der koninginne Guenever, zoo als ik gelezen heb in de boeken, die de clerken dichtten en waaruit de minnestreelen zingen en vertellen....

Toen ontroerde zeer Ysabele. Zij wist, dat zij alleen Gwinebant lief had, dien zij eens op het tornooi had gezien en wien zij hare mouwe gegeven had en dien zij nacht aan nacht droomde, droomde in de zoete tooverdroomen en omhelzingen. Maar zij kon het Gawein niet zeggen, omdat zij hem niet ongelukkig wilde maken.

Zaagt gij ooit Gwinebant, Ysabele? Ik zag hem eene male.... Tijdens het tornooi, lesten jare.... Ik gaf hem mijne mouwe, die hij vast hechtede aan zijn helm.... Sedert, sedert zag ik hem niet meer.... Nooit meer, Ysabele? Nooit meer? Ik en zag hem nooit meer, mijn oom, zeide Ysabele en glimlachte nu zacht en zij sprak niet van hare droomen.

Ik vond het en ving het voor u en ik wond er de mouwe om van Ysabele, de schoone, die ik minne...... Mèt het Scaec, o mijn Koning, voer ik tot Camelot Ysabele, zoo als ik...... Destijds!...... eene Ysabele, wacharme, en een zwevende Scaec tot Camelot ook voerde. Toen was het zóo...... nu is het anders: nu is het beter misschien en grooter Wonder en edeler Aventure!

Op de Karre ligt Gwinebant, mijn ridder met de mouwe, die voor mij dapperlijk streed in het leste tornooi!