Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
En zij riep luide, hare smart uitklagende en kermende: Wacharme, o Sinte Marië, komt mij dan geen ènkele ridder, met zijne deugd, verdedigen van deze kwade feloenen, die nie ridderschap betrachtten! En hare armen gebonden op haar rug en ter nauwer nood zich houdende, gezeten op haar palafroet, wankelde zij in het gereide en gilden hare kreten het woud uit over weg en tot hemel.
Ik weet alleen, dat ik 's Konings Arturs Ronde-Tafelridder ben en dat, wen hij een queste verlangt dat zij om Scaec of Graal of Speer of wie of wat ook ik opsta van Tafel-Ronde en gereed mij verklaar.... En dat, als ik vroom ben der Maagd en Haar Kind, Gode van Hemelrijk, die voor ons geboren werd... en dat als ik bescherme zoo weduwe als weeze... en dat als ik versla feloenen, keytieven en ribauden... Gawein kon zijn reeds zoo moeilijken zin niet voltooien: de deur der zale opende; knapen met stallichten ter hand traden binnen; in een plotsen, gelen kaarsengloor, verscheen eene zoo blanke en blonde jonkvrouw, zoo lieflijk en uitermate schoon, dat Gawein, verblind, tevens verstomde en de handen, onbewust, hief en vouwde als zoude hij knielen gaan en aanbidden!
De Aventuren en zijn niet meer van het geluchte, zoo menigerwerve meldden zij zich aan: Gawein is gegaan om een Scaec... En heeft twee onzer eigene gezellen, die feloenen waren, gestraft! Eéne belaagde damosele gewroken en bevrijd! En wij...
Draken scholen er niet meer in de spelonken der wouden; Alliene, die heette Amadijs, was dus op weg getogen met Gaweins boodschap: dat Mordret en Didoneel twee stille feloenen waren geweest maar nu verslagen en met genade van orisone ende vigelië begraven en dat het Scaec voor het oogenblik onvindbaar was....
Ach wi, ach wacharme, Keye, terwijl mijn eerste twaalftal ach wi, ach wacharme, sedert Mordret en Didoneel feloenen bleken, moet ik wel zeggen: tiental zoo lang toeft te keeren tot Camelot en ik van berouwe smacht, dat ik Gawein gedrongen heb te gaan op queste van een tweede Scaec, dat wellicht een onzalig duvelsche Scaec blijkt en hem tot verderf zal brengen!
Zoo groote feloenen waren de ridderen niet, die wij daar mochten ontmoeten, verontschuldigde Bohort met diepe bas en schudde energisch ontkennend zijn kolossigen helmkop. Wij speelden met hen werptafelspel, zeide Hestor, zoo modest hij het zeggen kon.
Want als Gawein wederom ter queste tijgt naar dat Scaec, tijgen wij, niet waar, mijne gezellen, tijgen Sagremort, Galehot, Gwinebant en tijgt Lancelot mede naar den burcht der feloenen en der belaagde dampselen, waar die kwade ridders gevangen houden vijf ridderen van Tafel-Ronde: Bohort! Ywein! riep Gwinebant. Acglovael! riep Sagremort. Meleagant! riep Galehot.
Een Schandekar, vijf ridders van Tafel-Ronde ten zijnent, vijf gevangen in een burcht van feloenen; daarbij nog Merlijn, de toovenaar, op een fenix; Clarioen van Noordhumberland een oude curliaen ende schalck, wien hij zijne kleindochter had beloofd; keffende schoothondjes, die niet waren tot zwijgen te brengen. Het is mij te veel! riep hij. Ik bezwijme!
Hij spotte over de echtelijke trouwe van de "fonteyne aller schoonhede", die zeker boven uit zag naar Lancelot, haar amijs en waar hij bleef met de negen anderen sinds Didoneel en Mordret twee feloenen waren gebleken, was, lace, het eerste twaalftal niet meer twaalf... om Camelot, dat belegerd zoû worden, te ontzetten.
Maar Alliene voerde den ridder in een overwulfde kemenade, waar zich in den manestraal, die bleek viel door het ronde raam, een bedde teekende, waarop scheen te slapen een grijsaard. Vader...! riep Alliene. Vader, waak op: ik ben terug bij u want deze hoofsche ridder redde uw kind van de kwade feloenen! Vader! Vader!! Waak op! Toen roerloos de oude bleef liggen, naderde Alliene de sponde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek