Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Zij hadden gemeend, Merlijn had hen ook wel mogen verzellen, maar Merlijn, die een toovenaar was, hoewel geen kwade, zeide, hij ging niet naar Rome en boete had hij niet te doen: geleid had hij alleen de dingen, die zonder hem toch zouden gebeurd zijn, volgens de wille der Almacht en der Tronen en Hiërarchieën... Goed begrepen de ridders niet wat Merlijn bedoelde met die opsomming der hemelsche machten, maar zij baden voor hem onder weg en in Rome... De Koning Artur, alle die lange maanden, zat, uit rouwe, niet aan de Tafel-Ronde, ook om de nieuwe ridders, wier twijfel en tegenzin hij had opgemerkt, niet te dwingen tegen hun ongeloof in: dat deed hem echter harde pijn en gaarne had hij wel eens alleen aan de jaspis-tafel gezeten maar liet dat na om Guenever, die melodie-vol hem zeide, dat het, nu hij krank was, zeer kwade was voor de gezondheid en ook voor de maag: de "fonteyne aller schoonhede" geleidde Koning Artur dan zoetkens van daar...
En het oude hoofd knikt in zijn wippenden baard op zijn hermelijnen mantelkraag. De koninginne, Guenever, nadert hem liefdevol. Oûvadertje, zegt jolijselijk de "fonteyne aller schoonhede" en hare stem is als het murmelen van zangerig water, terwijl zij haar gemaal de blanke handekens legt over de princelijke schouders van even motputterig hermelijn.
Mijn hooge heer, Lancelot, gij van wien ik las met Gawein, mijn ridder, uwe zoete jeeste, gij, de trouwste ridder van Kerstenheid, gij, de trouwe ridder van de "fonteyne aller schoonhede", koninginne Guenever o hoe geerne zag ik haar niet! gij moogt niet de Karre bestijgen! Het is Gawein, mijn oom maar ook mijn ridder, hij!, die de Kar bestijgen zal, om Gwinebant te verlossen!
Zijne ridders zijn hem ook allen genegen en Lancelot niet het minst, die telkens met de koninginne in amoureuselijk gedivertier het bloesemend vergier doorwandelt. Ook de altijd jeugdige Guenever zelve, die "fonteyne aller schoonhede", al was zij meer dan tien jaren de amië van Lancelot, heeft haar gemaal wel lief, zij het dan ook als heur grootvâ.
Hij spotte over de echtelijke trouwe van de "fonteyne aller schoonhede", die zeker boven uit zag naar Lancelot, haar amijs en waar hij bleef met de negen anderen sinds Didoneel en Mordret twee feloenen waren gebleken, was, lace, het eerste twaalftal niet meer twaalf... om Camelot, dat belegerd zoû worden, te ontzetten.
Lancelot, die is de amijs van de "fonteyne aller schoonhede", koninginne Guenever, bij wie ik alleenlijk maar een onnoozel en schamel maagdelijn ben; Lancelot, dien ik bewonder als een wigant van den Rijke van Logres, alleen vergelijkbaar met u, Gawein! Maar Ysabele, gij bewonderdet mij ook als een wigant van Logres' Rijk en Tafel-Ronde en toch zeidet gij mij, dat gij mij wel mindet!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek