Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Edoch Ysabele! riep Gwinebant en wrong de armen tegen de roode-rozenstruiken. Gij en weet niet wat een amijs is! En weet ik niet wat een amijs is? glimlachte Ysabele.

Hij spotte over de echtelijke trouwe van de "fonteyne aller schoonhede", die zeker boven uit zag naar Lancelot, haar amijs en waar hij bleef met de negen anderen sinds Didoneel en Mordret twee feloenen waren gebleken, was, lace, het eerste twaalftal niet meer twaalf... om Camelot, dat belegerd zoû worden, te ontzetten.

De twaalfde ridderplaats, die naast den Koning, rechts, is verlaten: gevoegelijk ware hij ingenomen door Lancelot, maar Lancelot der koninginne amijs wandelt met gouden-draad-blonde Guenever, in minziek jolijt, de vergieren door der bloesemende appelaren; telkens, harentare, verschijnen zij en verdwijnen tusschen de bloesem sneeuwende twijgen, achter den rooden rugge des Konings en wel zichtbaar door de Romaansche bogen, wen de zittende ridders schuinoogen naar het lievende paar.

Hij en zal niet willen met mij samen uw amijs zijn, o Ysabele! Gij en weet niet wat een amijs heet, jonkver. Ik weet harde wel wat een amijs heet, ridder. Een Koning is, wie mij koninginne maakt, maar een amijs is wie met mij hoofschelijk de courtoisië drijft. In deze maniere... En Ysabele omhelsde Gwinebant en kuste hem, lang. O Ysabele! zuchtte dronken Gwinebant, maar kuste haar, lang.

Zekerlijk, hadde ik dien Clarioen gehuwd, ik hadde Gawein en u, mijn zoete Gwinebant, mede genomen naar Noordhumberland, als mijne twee ridderen... Maar nu ik niet Clarioen huwe, maar Gawein zelven, nu klinkt het toch als een klokke klaar, dat ik u, Gwinebant, als mijn ridder zal nemen. En dat gij mijn amijs zult wezen, zoo als Lancelot is de amijs van koninginne Guenever, die schoone! O Ysabele!

De eerste huwelijksjaren waren echter niet gelukkig: Betje koketteerde wat met dominee AMIJS. Wolff leed, als altijd ouwe mannen van jonge vrouwtjes, aan jaloezie en Betje maakte 't wel wat bont. Na echter wordt het beter: Betje wordt wat stemmiger, heeft haar verkeerdheid leeren inzien en leert haar man waardeeren. In treedt WOLFF zelfs openlijk op om zijn vrouw te verdedigen.

Lancelot, die is de amijs van de "fonteyne aller schoonhede", koninginne Guenever, bij wie ik alleenlijk maar een onnoozel en schamel maagdelijn ben; Lancelot, dien ik bewonder als een wigant van den Rijke van Logres, alleen vergelijkbaar met u, Gawein! Maar Ysabele, gij bewonderdet mij ook als een wigant van Logres' Rijk en Tafel-Ronde en toch zeidet gij mij, dat gij mij wel mindet!

Mijn dood, o Ysabele, zoude mij niet en komen van veldslag of tweestrijd, niet van draken of van reuzen, niet van queste of Aventure maar van een onnoozel en schamel maagdelijn, die eene princesse is en hoewel zij koninginne van de Noordhumbersche landen zal worden, Lancelot beminnen gaat, Guenevers amijs! O Gawein, hoe zoude ik Lancelot beminnen gaan, Guenevers amijs!

Amijs en amië zijn Lancelot en Guenever. Wij zullen amijs en amië zijn... O Ysabele, maar die oude schalk, Clarioen, die Koning, staat mij bitterlijk in den wege! Zij kuste hem en hij kuste haar, lang. En Gawein, ging Ysabele voort; wil ik ook tot ridder hebben en amijs. Gawein ook, Ysabele?!

Ja, Gwinebant, ik bewonder harde Gawein, en heb hem ook heel lief; hij is mijn oom, maar hij is mijn ridder en mijn amijs. Ysabele, hij en is niet uw amijs... Gij weet nog niet wat een amijs is, zoete Ysabele.... En weet ik niet wat een amijs is? Ik weet harde wel wat is een amijs. Ik wil een ouden Koning hebben tot man en ik wil twee amijsen hebben daarbij.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek