Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Lancelot, die is de amijs van de "fonteyne aller schoonhede", koninginne Guenever, bij wie ik alleenlijk maar een onnoozel en schamel maagdelijn ben; Lancelot, dien ik bewonder als een wigant van den Rijke van Logres, alleen vergelijkbaar met u, Gawein! Maar Ysabele, gij bewonderdet mij ook als een wigant van Logres' Rijk en Tafel-Ronde en toch zeidet gij mij, dat gij mij wel mindet!

En driewerf kruiste ik de armen, driewerf drukte Ik niets, en niet de blonde Muze er in, En tot mij sprak de stralende godin, Toen zij ten kus zich naar mijn voorhoofd bukte: „Ik zond de vrouw tot u, die u verrukte.... Ik zeide u ’t aan: gij mindet met een min, Zóo vol aanbidding, zóo vol vromen zin, Dat ze u aan al, wat háar niet was, ontrukte. Ze is van u heen; thans zeg ik u: voorwaar!

O Ysabele, zoo gij mij niet en mindet meer, mijn dood zoû het, Ysabele, wezen, mijn dood, die niet en was dat bekampen van vierwerf twintig man aan twaalver poorten elk van dezen burcht!

Ben ik niet Hermia? Gij niet Lysander? 'k Ben even schoon nog als ik gistren was; Gij mindet mij, ontvloodt mij de eigen nacht; Hoe is 't? Moet ik gelooven, gij ontvloodt Me in vollen ernst? LYSANDER. Ja, ja; zoo waar ik leef; En met den wensch u nimmer weer te zien. Daarom, geen hoop, geen vrees, geen twijfling meer; Geloof mij, niets is warer; 't is geen scherts, Dat ik u haat en Helena bemin.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek