United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vertellen kan WILLEM ook wel; dat blijkt ten deele uit zijne fabels en de sproke van Sinte Gheertruden min, maar vooral uit de twee boerden van het gestolen varken en van den Monnik . Welk een levendigheid en gang is in die verhalen, al worden zij hier en daar vertraagd door de zucht tot leering en vermaning; welk een talent van waarnemen en voorstellen; welk een blijkbaar welbehagen ook in de behandelde stof!

Maar die van Oudewater moesten 't eindelijk opgeven, en ruimden met een verlies van omstreeks 70 man aan dooden en gevangenen het veld, terwijl de Montfoorters in triomf met de buit binnen hunne stad keerden, »ende dancten Gode ende sinte Martyn, dat si mit sulker eeren ende mit sulcken gewin ontstaen waren."

De schoone bergen verzwolgen door den nevel; elke boom, die zoo gezegende schaduw spreidde, verkeerd in eene stortmachine; het gisteren zoo steenharde pad veranderd in eene glibberige baan van bodemlooze modder. Wij riepen Sinte Margriet aan, belovende haar een pak stearine-kaarsen op den 20sten der maand Juli. Vergeefs!

Beide boven aangewezen soorten van volkspoëzie vinden wij te onzent vertegenwoordigd: het volksepos onder den invloed der hoofsche ridderpoëzie in eene vertaling der Nibelungen; de speelmanspoëzie in het gedicht van den Bere Wisselau en misschien ook in dat van Sinte Brandaen. In welken tijd hebben de bewoners dezer landen voor het eerst kennis gemaakt met de Nibelungen-sage?

Tot nog toe hebben wij een voornamen karaktertrek van WILLEM'S werk buiten beschouwing gelaten: zijne eigenaardige voorstelling van het streven der ziel naar vereeniging met God, dat hij minne noemt. Als een stroom van wit licht doorgloeit die "minne" het Leven van Sinte Lutgart; in de Vita van THOMAS is daarvan niets of te nauwernood een glimpje te zien.

Daar zoowel Sinte Servatius Legende als de Eneïde bewerkt zijn, de eene naar een Latijnsch, de andere naar een Fransch voorbeeld, komt het er bovenal op aan, het karakter dezer bewerkingen te leeren kennen.

Hij wist echter tusschen de beenen van den ouden schrijnwerker door te kruipen en wilde tegen een muur opklauteren, toen de hem onbekende Abdis van Sinte Cecilia toetrad en hem achteroversmeet, zoodat hij tuimelde en van een vrij aanmerkelijke hoogte nederviel; want bij het ontwaken bevond hij zich op den vloer van het vertrek aan den voet der bedstede liggen, en de pijn, welke hij in de lenden gevoelde, belette hem wel, ook dit voor een droom aan te zien.

Maar zoete jonkver, dat u God moge eeren, nu zeg mij ook door uwe genade: is de Koning, uw hooge vader, mijn heer niet meer booze te moede? Ik denk niet, Amadijs. Zult gij weder, o mijn zoete princesse, wen uw vader mijn heere booze is, hem voorspraak en toeverlaat wezen, Sinte Marië gelijk?

Véel wíl hij gévén, Láng zál hij lévén, Zálig zál hij stérvén, Den hémel zál hij érvén; Gód zál hem lóonén Met hónderddúizend krónén, Met hónderddúizend rókjes an, Dáar komt Sínter Márten áan. Of wel: Met hónderd dúizend líchtjes áan, Dáar komt Sínt Martínus weer áan. Gooi in den most, Gooi in den wijn, Hier woont Sinte Martijn.

In de avondstilte ging 't geschreeuw van de knapen en daar de vlamme in klaarteglans opsloeg, dansten de zwarte gestalten in ronde al zingend af en toe en hunne stemmen galmden van den eenen smeulhoop naar den anderen: Maakt vier! Stookt vier! Sinte Pieter komt alhier! En veel verder, half gedempt en overwauwd door 't huilen van honden, den lang gerekten schreeuw uit de duisternis: Leve Sint-Jan!