United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Inmiddels was ook in andere deelen van het land, vooral in Toscana, een volkspoëzie ontstaan, kennelijk nog onder sterken invloed der Siciliaansche school en dier Provençaalsche voorgangers, maar ook tevens op eigenaardige wijze doordrongen van den geest eener wetenschappelijke ontwaking, een hartstochtelijk uitslaand verlangen naar weten en begrijpen, naar doordenken eenerzijds en verterend mystiek smachten anderzijds.

De wiegeliedjes en knieliedjes besprak ik reeds in het Eerste Deel, bl. 219 vlg. Niet alleen rhythmisch zijn zij van belang, maar ook, omdat zij een bijzonder soort van kinderliedjes vertegenwoordigen, nl. in kindertoon gehouden volkspoëzie: in kindertoon, wat betreft tekst en melodie, zooals moge blijken uit het lieve eenvoudige Roe! roe! kind-je, hoe ben je toch zoo stout!

Dat de historische stukken van dezen tijd niets van zoodanige verhouding weten, is wel van gewicht, maar levert geen afdoend bewijs. Doch ook al hebben wij hier louter verdichting, dan blijkt daaruit nog eens te meer het eigenaardig wezen der volkspoëzie, die het algemeen menschelijke gaarne op den voorgrond brengt, ook daar, waar het niet door de gebeurtenissen ten tooneele wordt gebracht.

Wat de Liefdebron aangaat, die bekleed werd door de verbeelding en door de volkspoëzie met de droefgeestige herinnering aan Ines de Castro, dat is een bekoorlijk doel voor een wandeling.

Of wel: Geef vuur, geef vuur, Sinter Marten is zoo duur. In de volkspoëzie vinden we ook metrische eigenaardigheden, en behalve sporen van stafrijm, allerlei verouderde rhythmische vormen. Híer wóont een ríjk mán, Díe véel géven kán.

Zweeg men, omdat de smart te groot was? Dikwijls immers is het waar, wat in later tijden Vader CATS een Latijnsch dichter nazeide: Gewone droefheid klaagt, maar al te diepe zeer En heeft geen open wond, geen zucht, geen tranen meer. Doch de akker der volkspoëzie is braak blijven liggen ook op plaatsen, waar eene verklaring als de bovenstaande niet van pas zou zijn.

Een gevoelig en mooi stuk is de sproke van het Baghijnken van Parijs dat ons in zijn dialogisch karakter en zijne wendingen telkens aan de oudere epische volkspoëzie herinnert. De moeder tracht hare dochter te behouden voor de wereld, doch te vergeefs: Die dochter keerde haer omme Ende ghinck al te hant Totten Baghijnkens hove, Daer sij de meestersse vant.

VELDEKE'S werk, het werk van een ontwikkeld dichter, die reeds zekere mate van individualiteit vertoont, behoorde tot de kunstpoëzie dier dagen. In die poëzie is een Nederlander de Duitschers vóórgegaan. Naast die kunstpoëzie echter bestond in Duitschland eene nationale verhalende volkspoëzie.

Maar ofschoon bij dezen of genen de echte volkspoëzie wel een frisscher toon gaf aan de geijkte uitingswijze, bleef de kunst dezer Sicilianen toch over het algemeen slechts nabootsing zonder meer, en met de heerschappij der Hohenstaufen in Italië ging ook zij te gronde.

Beide boven aangewezen soorten van volkspoëzie vinden wij te onzent vertegenwoordigd: het volksepos onder den invloed der hoofsche ridderpoëzie in eene vertaling der Nibelungen; de speelmanspoëzie in het gedicht van den Bere Wisselau en misschien ook in dat van Sinte Brandaen. In welken tijd hebben de bewoners dezer landen voor het eerst kennis gemaakt met de Nibelungen-sage?