Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 oktober 2025


Juist zoo verhoogde ook de Grieksche epische volkspoëzie de waarde en het belang van wapenen en huisraad: een enkele beknopte toelichting diende als opschrift. Op een koperen onderschotel vindt men te midden van een krans: Ik dien om de tafel niet te laten branden, maar pas op als ik blink, dat ge me niet schande. Op een spiegel: 't Is maar schijn. Op een beker: Geen geluk Zonder druk.

De Volsungasaga behoort niet tot de beste saga's, vooral stilistisch is veel op haar aan te merken, maar zij gebruikt stof uit de Edda, en zóó gaat Hermændene in laatste instantie terug op eene stof, die in de oudheid lyrisch en episch bezongen is in gedichten, die met de latere volkspoëzie punten van aanraking hebben.

Dat onpersoonlijke kenschetst een groot deel dezer poëzie als volkspoëzie, maar volkspoëzie, welke, naar de verschillende stroomingen die zich in haar openbaren, als vanzelve zich scheidt in: ridderpoëzie, geestelijke poëzie en poëzie der gemeenten. Der Minnen Loop, IV, vs. 4 vlgg.

In de wereld der baronnen, een maatschappij van en voor mannen, was de vrouw geminacht en onderdrukt geweest. Daar was zij de slavin van de man, die hem bij de maaltijd bediende en bij het toilet, die zijn haar wies, hem bij het bad wreef en afdroogde, zijn vermoeide ledematen masseerde en zelfs als 't nodig was het werk van een staljongen voor hem deed. Gelijk een odaliske bediende zij hem ook met haar liefde en wij hebben gezien, hoe zij het bijna altijd is in de volkspoëzie die de man om liefde vraagt. De man is haar »seigneur"; als hij binnentreedt, staat zij op, zij eet pas n

Aan de volkspoëzie en wel aan de oudste leugenliederen herinneren ons deze verzen: Want niet bat en can 't getoonen mijn sin, Dan een molensteen ghevloten mach in 't Zwin . Maar aan geen deel van het maatschappelijk leven worden wij door hare beelden en vergelijkingen vaker herinnerd dan aan het ridderwezen. De gansche voorstelling van het zoeken der minne als een strijd gaf daar aanleiding toe.

Over het algemeen volgt VELDEKE zijne Servatius-legende, die hij telkens aanduidt als "die vite", op den voet . De letterkundige waarde dezer bewerking is gering en herinnert ons dat wij bij den aanvang van de ontwikkeling onzer literaire kunst staan. De gebrekkige uitdrukking, de afgebroken zinbouw, de stootende verzen met hun drietal heffingen doen ons denken aan de oude volkspoëzie.

De gekleurde sanktjes kwamen vooral sedert de XVIIIe eeuw in zwang. De oorsprong der berijmde gebeden is meestal duister het is immers volkspoëzie , enkele hebben hooge dichterlijke waarde. Zoo b.v.: Verzuchting tot Maria. O Maria, graci-bron, Schooner als de gulde zon, Klaerder als de zilvre maen, Die men 's avends op siet staen.

Die twee zijn JACOB VAN ARTEVELDE en ZEGHER VAN KORTRIJK. Vertoornd over hunne tegenkanting laat de Graaf ZEGHER gevangen nemen en onthoofden . Opmerkelijk is ook hier de wijze, waarop deze historische kern door de volkspoëzie is verwerkt. Onvervaard door dat vooruitzicht beweert de Cortrosijn, dat hij nog een nacht bij des Graven dochter zal slapen.

Maar de geest van het stuk is die der volkspoëzie. Lyrische ontboezemingen zijn aan de orde, volksliederen worden aanhoudend geciteerd, de stijl is bloemrijk en gevoelig. Voor Olaf Liljekrans bestaan verschillende voorstudiën. Wij hebben hier dus een stof, die met Asbjørnsen's vertellingen punten van aanraking heeft. Maar ook hier is de oorspronkelijke stof geheel door het volkslied overwoekerd.

Zoo ook wendingen der verhalende volkspoëzie als: "Doe sprac een jode: Heren, hort na my"; het afgebrokene in den zinbouw, den korten vleugelslag van des dichters gedachten .

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek