United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Intussen verstomt de twijfel spoedig; hij moet weg. Met dit volkslied-motief zijn bij de kunstdichters literaire herinneringen samen gesmolten.

De literaturen aller volken wemelen van gloeiende lofzangen der liefde, in alle talen hebben de literaire genieën en alle verheven geesten zich uitgeput haar te bezingen. "De liefde," verklaart Madame de Staël, "verleent ieder uur zooveel zoetheid, vult elke minuut met zooveel heerlijkheid, dat zij, ook met de onzekerste toekomst voor oogen, in den roes van het oogenblik alles doet vergeten.

Ik mòet daarom wel de onbescheidenheid hebben, den lezer te verwijzen naar mijn opstel in De Ploeg van Juli Aug., 1911: "Over Literaire Kritiek en Is. Querido's studiën", waarin ik die bewering gemotiveerd heb. [p.56] MR. J. DERMO

Zoodra zij met een kunstwerk te doen heeft, vervalt die taak in twee groote deelen: kenbaar te maken aard en beweging van 't kunst-scheppende Hooger Bewustzijn èn aard en beweging van het ingegrepen-hebbend kunstbedervende lager bewustzijn. Wel beschouwd is dus de literaire critiek een bij uitstek mensch-beeldende kunst.

Het is duidelijk, dat hij zijn best heeft gedaan zich los te maken van de literaire kluisters van zijn tijd, en dit met succes. Hij vindt het niet langer noodig schrijvers als Antonio de Guevara na te bootsen, zooals hij deed in dat gedeelte, waarin Don Quixote de Gouden Eeuw beschrijft.

De verklaring schijnt mij voor de hand te liggen. Behalve de bovengenoemde zijn er in deze eeuwen nog zooveel andere dingen gebeurd, die indruk gemaakt hebben op de gemoederen der menschen van toen. Verscheidene daarvan nu zijn wel herschapen tot literaire werken van grooter of kleiner waarde. Echter niet in de volkstaal, maar in de taal der Kerk, het Latijn. Verwonderlijk is dat niet.

Hier merkte ik op, dat uit hetgeen hij tot nog toe gezegd had, ook zijn meening viel af te leiden over de toekomst van literaire kunst en kunst in het algemeen, indien de samenleving zich in sterk socialistische richting mocht ontwikkelen.

Van de levende taal, afgezien van de zuivere literaire taal van de hieroglyphen-inscripties, krijgt men de zuiverste voorstelling door de volksverhalen, brieven en handelsdocumenten, welke tot ons gekomen zijn, waarin de schrijvers zich natuurlijk aan de gangbare spreekvormen hielden en aldus de veranderingen, welke de taal onderging, ontsluierden.

Indien men de inslag van de ridderlikheid door de schering van het maatschappelike geestesleven van een latere tijd of die van de ridderromantiek in haar latere literaire ontwikkeling heen wilde nagaan, zou dit betekenen dat een aanzienlik deel van de geschiedenis der moderne kultuur geschreven was.

Want overigens, al lijkt mij die meening wel onjuist, zij schijnt mij niet verderfelijk voor de literaire critiek als die der marxistische aesthetici. Bij deze is het dus voornamelijk, dat ik mijn aandacht wensch te bepalen.