United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Herder was begonnen met studiën over volkspoëzie; deze hadden tijdgenooten aanleiding gegeven, om òf de stof te gebruiken in eigen gedichten, òf den toon van het volkslied aan te slaan. In het begin der eeuw bereikt de beweging Denemarken, waar vooral de meest bekende dichter van den tijd, Øhlenschläger, zich van deze stoffen meester maakt en tal van romantische gedichten in het licht geeft.

Dat dit gedicht volkspoëzie bevat, zou men reeds vermoeden, wanneer men ziet welk een warme liefde tot de misdeelden den dichter bezielde: Selen wy dragen bont ende grau, Ende ons sieren als enen pau, Ende die arme sal sijn in selc bedwanc, Dat hi ne sal hebben spel no sanc?

In tegenstelling dus met de traditionele en de volkspoëzie, stelt de troubadourskunst evenals de hofpoëzie der skalden in het Scandinaviese Noorden het aristokratiese en individuele op de voorgrond, dwingt de kunst in conventionele, kunstige vormen, maar spoort binnen die perken de enkelingen toch aan, hun eigenaardigheden niet te verbergen en te trachten elkaar te overtreffen.

De wetenschap ligt nog in de windsels, men denke b.v. aan de volksgeneeskunde, etymologie en plantlore. Streng wetenschappelijk onderzoek, in de beteekenis van systematisch teruggaan tot de oorzaak, is aan het volk in weerwil van zijn kausaliteitsdrang ten eenenmale vreemd. Volkswetenschap is synoniem van volksbijgeloof, volksverbeelding, volkspoëzie.

Het rythme gewerd de volkspoëzie dus vooral uit het arbeidslied, waartoe het danslied in hoofdzaak moet worden teruggebracht. Hoe ouder de arbeidsgezangen zijn, des te enger schijnen zij met de arbeidsverrichting samen te hangen.

Gedeeltelijk was deze, in den tijd waarvan wij spreken, reeds onder den invloed gekomen der hoofsche epiek. De beide bekende heldendichten Nibelungen en Gudrun leveren daarvan het bewijs en toonen ons van welken aard die invloed is geweest. Een ander deel dezer volkspoëzie was vrij gebleven van dien invloed van het hoofsche epos.

Hetzelfde geldt voor het kerkelijke lied, doorgaans feesthymne, maar toch ook volkslied, in zoover het daadwerkelijk uit het volk, of althans uit den volksgeest is voortgesproten. Imposante kerkelijke liederen als het Dies Irae en het Stabat Mater stoelen beslist op den volksgeest en behooren tot de schoonste loten van de Middeleeuwsche volkspoëzie.