Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Mijn herte van groten scaemde beeft, Dat ic al dus hebbe ghevaren. De jonghe joncfrou Damiet: O Esmoreit, laet u mesbaren! Dies biddic u, edel wigant. Al waest dat u mijn vader vant, Dan werd u nemmermeer verweten. Met groten vrouden onghemeten Selen wi leven, ic ende ghi.
God heeft ons te gader bracht: Dat wetic seker wel te voren. Ghi sijt te minen behoef gheboren, Want ghi ghenoecht mi alte wale. U scone lijf, u hovesche tale, Dat ghenoecht mi al gader wel: Wi selen te gader maken spel! Nu comt met mi in mijn casteel, Ghi en saght noit so scone juweel, Dat sal wesen u ende mijn. Her ridder, nu laet u tale sijn.
En als ze voorbij gegaan waren zei hij "Dor zen der zeker ook wel bij die bidden lak Ruijsbroeck het bediedt;" en hij citeerde: Dat is gode alleene besitten meinen minnen niet omme onze ghewen achte omme onse eere achte omme onse salecheit achte omme iet dat hi ons gheven mochte maar alleene omme hem selven ende omme sine eewghe eere selen wine minnen. Ende dat es volmaect karitate.
Ende alse wi dien in ons eten ende teren met ynnigher devocien, soe vloyet uut sinen lichame sijn gloriose heete bloet in onse nature ende in alle onse aderen.... Siet, aldus selen wi altoes eten ende werden gheten, ende met minnen op ende nedergaen, ende dit is onse leven in der ewicheit".
Dat dit gedicht volkspoëzie bevat, zou men reeds vermoeden, wanneer men ziet welk een warme liefde tot de misdeelden den dichter bezielde: Selen wy dragen bont ende grau, Ende ons sieren als enen pau, Ende die arme sal sijn in selc bedwanc, Dat hi ne sal hebben spel no sanc?
By sommige oud-germaansche volksstammen, onder anderen by de Saksen, voor een deel onze voorouders, werd de groote woning van eenen hoofdman of ander aanzienlik persoon sale of sele genoemd. Dit woord, oorspronkelik na verwant met het woord hal, halle, eene opene, door zuilen geschraagde woning beteekenende, gelijk die oud-germaansche selen veelal waren, bestaat nog in ons woord zaal.
Her coninc here, ende nemen dlijf, Ende u dochter sal sijn sijn wijf, Ende kerstenheit sal si ontfaen . De coninc: Meester, nu doet mi verstaen, Wanneer soe was dat kint gheboren? Meester: Te nacht, her coninc, als ghi mocht horen, Soe wort gheboren dat jonghelinc. Syn vader es een hoghe coninc Van Cecilien in kerstenlant. De coninc: Meester, nu so doet mi bekant, Selen dese saken moeten sijn?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek