United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Overeenkomstig de sociale groepeering van het volk zal het arbeidslied zich verder moeten splitsen in dorschlied, smidslied, visscherslied enz., en vooral aan die bedrijven dienen te beantwoorden, waarin rythmische beweging het werk begeleidt. Een Zeeuwsch karnliedje luidt aldus: Kêrne, kêrne beuter, Drie pond in een scheutel, Drie pond in een kannetje, 't Is van moeder Jannetje.

Het rythme gewerd de volkspoëzie dus vooral uit het arbeidslied, waartoe het danslied in hoofdzaak moet worden teruggebracht. Hoe ouder de arbeidsgezangen zijn, des te enger schijnen zij met de arbeidsverrichting samen te hangen.

Ten slotte een strofe van een Vlaamsch spinliedje, dat het midden houdt tusschen arbeidslied en sprookjeslied: Al onder den weg van Maldegem, Malle-Malle-Malle-Malle-Maldegem, Al onder den weg van Maldegem, Daar zat een wijf dat spon. Dat wijf dat zat en spon, Gielegon, Al op een houten wieleken, Wiele-wiele-wiele-wiele-wieleken, Al op een houten wieleken, Daar was geen draaiing aan!

Vooral het dorschlied steunt in zoo ruime mate de stelling van Karl Bücher, dat het arbeidslied zich ontwikkelde uit den rythmischen vorm, dien het volk aan inspannenden, eentonigen arbeid gaf, om het eentonige te breken en de vermoeienis te doen vergeten. Het gewichtigste oogenblik bij het uitdorschen is dat van den laatsten slag.

Vogeltjes-, tekst- en Matthusalemmotief. Volkssage en kultuursage. Maresagen. Heksensagen. Natuursagen. Christelijke sagen. Duivelssagen. Historische sagen Heldensagen. Abasverus. Gewestelijke sagen. De legenden. Marialegenden. Andere heiligenlegenden. III. Het Volkslied Psychologie van het volkslied. Volkslied en rythme. Liederenmotieven. Volkslied en kultuurlied. Muziek. Arbeidslied. Oogstlied.

En zoo mocht de geplaagde Stichtenaar van 1482 wel met den verdrukten Kennemer van 885 klagen: »Des vlegels maatslag op den dorschvloer, op de velden Het vrolijk arbeidslied by spade of zeis hoe zelden Wordt meer hun volle galm, hun heldre toon gehoord! Ach! 't land brengt doornen meest en ruige distlen voort!"

De vreugderoep is de bevoorrechte gevoelsuitdrukking in den bloeitijd des levens, is verklanking van liefde en lust; men denke slechts aan refreinen als: Hei 't was in de Mei, Mei, Mei, Hei 't was in de Mei. De smartroep handhaaft zich voornamelijk bij de lijkklacht. Maar het arbeidslied bovenal wijst op de ontwikkeling van de volkslyriek uit de gevoelstonen.

Allereerst dus, met het oog op de geboorte van het volkslied in het algemeen, volge hier het arbeidslied. De melodie hiervan is zonder twijfel oorspronkelijker en zelfstandiger dan die der verhalende, erotische, geestelijke e.a. liederen, daar zij het nauwst met den inhoud samenhangt. Niet alleen in Nederland, maar van den Brennerpas tot aan de Noordzee klinken hei-liedjes in den trant van ons