United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


De schier doorschijnende maan, die reeds lang aan den hemel stond, begon het donkere azuur met zijn helder schemerlicht te verlichten. Het groen van de boomen en het gras werd donker en doezelig van den dauw. De sombere massa's der kolonne bewogen zich met eentonig, rhythmisch geluid over de geurende grasvlakte.

Als een nimbus was het roode haar om het bruine sproetengelaat. Haar neusvleugels leken oesterschelpen, haar welvoorziene boezem ruischte gelijkmatig op het rhythmisch pucken-gesnurk. Moeder lag in bevallige houding, met den breeden dikken opgebolden rug naar den hemel gekeerd.

Een paar minuten schreeuwerig lawaai en door stampte de trein weer, rhythmisch dreunend over 't ijzer, door naar de stad. Want treinen stormen van stad tot stad; ze gaan in donderende vaart de stille duisternis der velden langs, der vereenzaamde wijde-werelden, die zij dom verachten in hun heete haast.

De wiegeliedjes en knieliedjes besprak ik reeds in het Eerste Deel, bl. 219 vlg. Niet alleen rhythmisch zijn zij van belang, maar ook, omdat zij een bijzonder soort van kinderliedjes vertegenwoordigen, nl. in kindertoon gehouden volkspoëzie: in kindertoon, wat betreft tekst en melodie, zooals moge blijken uit het lieve eenvoudige Roe! roe! kind-je, hoe ben je toch zoo stout!

Maar die geene van gondere wiganten verstaat! De ridders staarden verrukt omhoog. In der daad, daar zweefde een blauwe fenix aan, maar zijn vlucht verwekte vreemd rhythmisch geruisch en er snorde en snorkte iets geheimzinnigs in hem.

Een Venusgordel zweeft voorbij met parelmoerkleurige trilhaartjes, gevolgd door een keten van Salpen, wier hart men door den lichaamswand ziet kloppen; een opaalkleurige kwal sleept, zich rhythmisch samentrekkend, haar fijne neteldraden zwierig achter zich aan.

Hoe eenvoudig, hoe ongekunsteld, en toch hoe zuiver rhythmisch en klanktooverend doen verder ook onze balspelliedjes, zoo ruim verspreid. Uit Zwolle werden mij deze twee typen meegedeeld: 1. Zwart Willemijntje Zat achter 't gordijntje; Wat deed ze daar? Zij kamde het haar, Zij poetste de tandjes, Zij waschte de handjes, Zij stak ze in de zij, Zij knielde er bij, Zij stond weer op, In éene galop.

Raoul hoorde een vreemd geluid, rhythmisch, zwak als het zwakste gesjirp van een verren krekel. Het duurde maar een oogenblik, maar in dat oogenblik deed het hem vaag denken aan den hemel en aan engelen muziek. Hij keek om zich heen, en zag, aan den voet van een anderen boom, een groote groep menschen, die zich vasthielden met touwen en aan elkander.

Hij sprong in het schuitje, dat daar grauw en oud te droomen lag, stak van kant en wrikkelde rechtstaande, stroomop. De regen danste over het water met een breed rhythmisch geluid. Het zingende water was zoo aanlokkelijk! En hij, mestnat, wroette en wrikkelde met den riem zoo krachtig in het water, dat de opstroom schuimend tegen het voorsteventje plaste. Hij zong.