United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rondom hunne elkander ontmoetende, zoet herkennende liefdeblikken, was het veel laweide, want de paarden hinnikten, steigerend aan de vuisten der garsoenen, die ze bedwongen... De edelvrouwen riepen wi ende wacharme... De baroenen huldigden met lof ende prise Lancelot en Lionel. En de schoothondjes... o wat de schoothondjes razende keften! Toen klakte de dwerg met de zweep.

Hij maakte nu ook kennis met de andere leden van het gezelschap, met de honden die vroolijk tegen hem opsprongen, met Jako, wien Sander geleerd had: »Hoe vaart mijnheer Sergiuste zeggen, en met John Bull, die zijn vriendelijksten grijns tegen hem trok. Ook de twee trouwe oude paarden, Vermout en Gladiator, hinnikten van pleizier toen hij ze op een stuk suiker trakteerde.

Men had er van allerlei kleur en van allerlei grootte; er waren vette en magere; sommige met hare kalveren, andere met zware uiers; op het marktplein waren ook paarden, die hinnikten; merries, die haar veulens lekten; vette varkens, die kuilen in den grond groeven; speenvarkens, die schreeuwden of zij gevild werden; voorts schapen, kippen en ganzen.

En ja, toen ze nader kwamen, zwaaide voor 't laatst Appelsteeltje zijne fakkel en riep hij vroolijk: "We zijn er!" Toen hinnikten de veulens, de dwergjes gooiden hunne mutsjes in de lucht van pret, en Frits klapte in de handen en riep maar niets dan "hoezee," tot hij er schor van was.

Nauwelijks hadden zij den oever bereikt, of de paarden, nog bevende van angst, moesten andermaal te water gaan; zij snoven, hinnikten, sidderden over al hun leden, en wierpen angstige blikken op de rivier; maar men liet hun geen tijd om tot zichzelven te komen; zij werden met den staart aan het vlot vastgebonden, en nu ging het voorwaarts!

Bij oogenblikken wisselden wij een bezorgden glimlach. Een voor een kwamen de karren der arbeiders aan. De manden met druiven werden tegen een der muren van de binnenplaats geplaatst en in houten bakken stonden mannen met bloote beenen de trossen onder hunne voeten fijn te drukken. De muildieren hinnikten, de voerlieden vloekten, terwijl de wijn onder dof gedruisch in het groote vat neerviel.

Zij hinnikten van pijn en trilden op hun beenen, plotseling tam als schuwe lammeren, de druipende huid als met een dikke laag van wit-schuimende zeep bedekt, den staart tusschen hun doorzakkende schenkels ingetrokken. Eerst toen hij zelf geen kracht meer had om ze te slaan, te schoppen en te knijpen liet hij ze los, en kwam met een helschen glimlach van overwinning naar Rozeke toe.

Het Zwevende Scaec! Tusschen de boomstammen van het vergier!! En hij wees.... Overal klonken stemmen. Het Scaec! Het Scaec! Overal stormden de burchtbewoners de poorten uit, de trappen af. Aan een boograam, beneden, verscheen Koning Assentijn. De waakhonden en schoothondjes liepen uit en blaften. De paarden hinnikten in de stallen.

"Schaam jelui je niet ossenwerk te doen?" riepen zij de paarden toe. "Schaam jelui je niet ossenwerk te doen?" "Schaam jelui je niet zoo te luieren?" hinnikten de paarden terug. Terwijl de paarden en ossen buiten aan 't werk waren, liep de hamel op de boerenplaats rond.

Toen zij daar binnentraden, vonden zij het venster, dat op den pas van Lope uitzag, wijd open. »Aanschouw nu, o Koningzeide de astroloog, »het wonder van de tafelAben Habuz keek naar de tafel, die bedekt was met de kleine houten ruiters en het voetvolk, en tot zijn groote verbazing zag hij, dat zij allen in volle actie waren, dat de krijgslieden hunne wapens zwaaiden, en dat de paarden hinnikten, maar deze geluiden waren niet sterker dan het gezoem, dat uit een bijenkorf opstijgt.