United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op alle de wallen van den burcht, bij de poorten en de opgetrokkene ophaalbruggen wemelden de ijzeren krijgsknechten, afwachtende den aanval en de baroenen van Endi herkenden van af de barbekanen de tien Tafel-Ronde-ridders, die aan kwamen stormen, zoo als zijzelven de baroenen herkenden en hen toe wuifden en schreeuwden moed te houden; uit het grootste boograam zagen de tien gezellen den Koning Assentijn spieden, terwijl zijne edelheeren hem weêrhielden zich verder in het gezicht te wagen, in het bereik van vijandelijke werpspies of pijl.

Rowley naar binnen gevolgd was en weldra in een vroolijke kamer stond met een boograam met uitzicht in den tuin, waar de voorjaarsviooltjes weelderig bloeiden en een gemakkelijke, rieten stoel voor haar aan de tafel werd geschoven naast het helder brandend vuur, scheen het haar toe, dat zij in een paleis was gekomen!

De vlieger draagt een langen staart, is van palmblad gemaakt en heeft den vorm van een omgekeerd gothisch boograam. Het prauwtje is door twee personen bemand, de een houdt de lijn, de ander roeit en manoeuvreert.

Zekerlijk, het Scaec had zich niet meer vertoond en waarheen de queste te richten als het zich niet meer vertoonde...? Gawein toefde dus te Endi, verzoend met zijn schoonvader en vol minne voor Ysabele, die met hem las, in het breede boograam samen gezeten, zijne eigene jeeste: die van vroeger, toen hij het eerste Zwevende Scaec had gezocht of die met hem jaagde, valk op vuist.... En Amadijs nu, weemoedig, reed de eindelooze foreesten door, onvervaard, maar zonder hope en blijdschap des levens, omdat de dingen der liefde zoo treuriglijk waren, omdat de een den ander liefde gaf en niet altijd liefde weêrom ontving.... Zoo liefde Amadijs Gawein en zoo liefde Gawein Ysabele, die toch een ander liefde met liefde als de princes zelve Amadijs had bekend...! En de schaduwen vielen weemoediglijk uit de dicht gebladerde boomen: er was nauwelijks gezeef van zonneschijn en tinteling van zonnerondten rondom den jongen ruiter, op den mossigen grond, over den met onkruid bewoekerden weg....

En eindelijk wendde hij zich van het boograam. Trad de trede omneêr en toe op het bedde. Daar lag Amadijs, roerloos, de oogen geloken, achterover het hoofd op het ronde oorkussen. En hij deed of hij sliep. En Gaweins zwaard lag naast den schildknaap, uit zorg reeds neêr gelegd, want het was goed voor ridder en knape te slapen met hun zwaard.

Maar toen de vinder gezongen had en met den veêler in de keukens was afgedaald om tusschen alle de serianten kostelijk te worden onthaald en toen allen zich ter ruste trokken terug en ook Gawein en Amadijs waren binnen hunne kamer, toen leunde Gawein aan het boograam en zag naar buiten in de stille, starrige nacht.

Het Zwevende Scaec! Tusschen de boomstammen van het vergier!! En hij wees.... Overal klonken stemmen. Het Scaec! Het Scaec! Overal stormden de burchtbewoners de poorten uit, de trappen af. Aan een boograam, beneden, verscheen Koning Assentijn. De waakhonden en schoothondjes liepen uit en blaften. De paarden hinnikten in de stallen.