United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tot zij allen tusschen de barbekanen en de kanteelen zoo hoóg, dat zij de kruinen der boomen beheerschten uit zagen over de vlakte, die omringde den burcht en bemerkten hoe Gawein draafde achter het Scaec, dat bij wijlen hoog, bij wijlen lager, hem scheen te tarten, te lokken....

Er was gejuich van triomf aan alle ramen des burchts, over alle barbekanen. Maar de vele schoothondjes keften het hoogst, zonder zich te storen aan Koning Assentijns oude zenuwen.... Toen, van boven den hoogsten toren, galmde, brallende, koperen geschal, het signaal van den torenwachter. De lagere torenwachters galmden hem na. Allen keken uit, naar den weg. Een ridder naderde en vroeg toegang.

Intusschen stonden de twaalf nieuwe Tafel-Ronde-ridders bij de poorten en op de barbekanen in volle rusting op wacht, te midden van duizenden wapenknechten, die zich schaarden over de wallen om Camelot te verdedigen.

Op alle de wallen van den burcht, bij de poorten en de opgetrokkene ophaalbruggen wemelden de ijzeren krijgsknechten, afwachtende den aanval en de baroenen van Endi herkenden van af de barbekanen de tien Tafel-Ronde-ridders, die aan kwamen stormen, zoo als zijzelven de baroenen herkenden en hen toe wuifden en schreeuwden moed te houden; uit het grootste boograam zagen de tien gezellen den Koning Assentijn spieden, terwijl zijne edelheeren hem weêrhielden zich verder in het gezicht te wagen, in het bereik van vijandelijke werpspies of pijl.

En met den Koning en het hof zagen Gawein en Ysabele, terwijl der edelvrouwen vele schoothondjes op de barbekanen keften, een schandekar, gevoerd door een dwerg, gezeten op het lamoen en in de schandekar lag een half naakte ridder en kermde van pijn en ter zijde reden twee ridders, de ventalië op geslagen.... Van zoo verre over de elf grachten heen en door den stadigen wasem van de ziedende tooverrivier, waren de ridders niet dadelijk te herkennen; niet alleen wie in de kar lag, ook de beide ruiters schenen bleek en moê, wellicht meer uitgeput dan zij zouden van tweestrijd of veldslag geweest zijn.

En de winterdagen sleepten eentoniglijk voort; de sneeuw lag over de bladerlooze foreesten en zoomde met breed dons de barbekanen van Camelot, de tinnen en torens en bijna nimmer klonk het hoorngeschal der wachters: geen ridder trok deze landen door; de Noordewind blies om den burcht; de korte dagen deden dra in de namiddagen de weemoedigheden dwalen langs de donkere hoeken der kemenaden en omdat Koning Artur krank lag, waren zorg en droeve nagepeize niet te verdrijven van daar.

Zij troffen elkaar ditmaal niet bij de zonnebloemen maar bij de donkerroode, bloeiende rozenstruiken, waarvan éene roos Gawein had geplukt na zes kerkertraliën te hebben verbroken: dat geurde daar van rozengeur onder aan de muren van den burcht en in de nieuwe maan, die in blauwe nacht wit op straalde en neêr vloeide over de barbekanen en speelde en spiegelde in de grachten; daar dwaalden Gwinebant en Ysabele.

Gij waart sterker dan alle mijne serianten, die gij versloegt en ik zoude u verbazen, denke ik mij, zoo ik u zeide, dat gij geen hoofsch ridder waart, gij, die geloofd wordt als de hoofschte van allen maar, in gemoede, mijn schoonzoon tegen wille en dank en weduwnaar mijner arme dochter, bedenk eens: zijt gij recht heden ten dage voor mij te verschijnen en te vorschen naar een Scaec, dat schijnt binnen gezweefd tusschen mijne barbekanen en dat gij bezitten wilt terwijl het mij voor komt dat wat mijne barbekanen vrij van wille binnen zweeft, het mijne is en niet het uwe en niet des Konings Arturs??

Een daverend gejuich ging door de dichte rijen; overal op tinnen en barbekanen verschenen de burchtgenooten om den Koning gewapend te zien. Op, tot soccoers! riep Ysabele, die schoone, weêr.