Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Haar uiers waren gevuld met melk; zij moest eenige dagen geleden jongen gekregen hebben. Gewillig liet het zachte dier toe, dat de vrouw haar kindje laafde. Ook den volgenden morgen kwam de hinde weder, en Genoveva dankte God uit den grond van haar hart. Zij vond wortels, bessen en kruiden, waarmede ze zich in het leven kon houden.
De beelden der goden werden gedragen. Het was de Bemiddelaar tusschen Hemel en Hel: somber donkerde soms zijn gelaat en schitterde dan weêr strálende op: dan ging onder de menigte een murmelende huivering heen. Anubis met den hondekop werd gevolgd door de Koe, die stond overeind op de achterpooten en stak de zwellende uiers vooruit; op het breede deksel van een gouden urn lag de uræus-slang: was zij van juweel, was zij levend? Toen volgden de mysten van de Broederschap en de dominus herkende niet dadelijk Nilus. Maar werkelijk, ja, hij w
Zij wil gemolken worden, zeide Mattia. Oogenblikkelijk liep ik naar huis om den netgeschuurden blikken emmer te halen, waarin vroeger Roussette werd gemolken en dien ik op zijne gewone plaats had zien hangen, hoewel het al heel lang geleden was, sedert vrouw Barberin een koe op stal had. In het teruggaan vulde ik den emmer met water, zoodat vrouw Barberin de uiers kon wassen, die vol stof waren.
Ze had gemeend dat Dissel, zoo eensklaps weer in het bezit van zulk een schat gekomen, en opgewekt door hare woorden; "Teunis, kiek erst nog is noar d' uiers eer da'j 't verkupt!" zijn plannen zou hebben laten varen en een werkzaam en nuttig lid zijner gemeente zou geworden zijn.
De dieren van deze streek waren de planten waardig, de wilde os wentelde zich in zwaar gras, waaronder hij geheel verdween; grijze, zwarte of gele olifanten van de grootste soort trokken in massa door de bosschen, brekende, knagende, plunderende en hun doortocht door vernieling kenteekenende; van de met boomen begroeide helling der heuvels kwamen watervallen en riviertjes te voorschijn, die naar het noorden stroomden; ginds baadden zich rivierpaarden met groot geraas en lamentynen, twaalf voet lang, met een vischvormig lichaam, strekten zich op de oevers uit, hunne ronde, met melk gevulde uiers naar boven houdende.
Haar vochtige oogen weerspiegelen de groote weiden, waar de jonge koeien grazen, die dikwijls worden gemolken; haar smalle voorhoofden, stijf geknepen in het kanten omhulsel, zijn blijkbaar nog onder den indruk van het liedje van 't melken, dat tweemaal per dag wordt afgespeeld, dat liedje van de melk, die druppel na druppel met bobbels in den emmer valt, en haar handen zetten nog de bewegingen als van een harpspeelster voort, waarmee zij de blanke uiers streelen.
Een moeder riep met bange stem op haar kind, helder hoorbaar over den weg. Daar kwam nog een jonge boer aanzetten, die zijn koeien van de wei terugdreef naar den stal. De dieren zagen somber rond, traag gaande met de zwenkende uiers. Dan werd het duister alsof de nacht begon.
"Mor da's veur later!" zei hij, en hij liep terecht in de vette weiden, overgoten reeds, van zware, sterke zon, en bevlekt met bruine, witte en zwarte koeien. Hij ging door het losse gers, en de opgekomen honger deed hem zien naar de roze uiers, die vol zoete, warme melk hingen. Het water kwam hem in den mond.
Vier of vijf dagen vóór het werpen zoekt de reegeit in een eenzaam, afgelegen deel van het woud een stil plekje op, en brengt daar hare jongen ter wereld. Jonge wijfjes krijgen maar één enkel kalf, oudere twee, bij uitzondering zelfs drie kalveren. De moeder verbergt haar kroost zorgvuldig voor iederen naderenden vijand, en waarschuwt het bij den geringsten zweem van gevaar, door met een poot op den grond te stampen of door een kort, sjirpend geluid. In hun vroegste jeugd gaan de kalveren onmiddellijk liggen, zoodra zij deze signalen hooren; later nemen zij met hun moeder de vlucht. Gedurende de eerste levensdagen van de kalveren, zoolang deze nog te hulpbehoevend zijn om zich op de genoemde wijze te redden, tracht de reegeit den vijand om den tuin te leiden en hem van het spoor harer jongen af te brengen. Als haar een jong ontroofd wordt, zonder dat zij het verhinderen kan, ijlt zij den roover, ook den mensch, langen tijd na, en geeft aan haar bekommernis lucht door angstig heen en weer te loopen en door geschreeuw. "Meer dan eens," zegt Dietrich aus dem Winckell, "hebben deze bewijzen van moederliefde mij genoopt om het kalf, dat ik reeds medegenomen had, weder in vrijheid te stellen; de moeder beloonde mij hiervoor ruimschoots door de zorg waarmede zij onderzocht, of haar kind al of niet een ongeluk was overkomen. Vroolijk sprong zij om het jong heen, zoodra zij dit onbeschadigd had bevonden, en scheen het met liefkoozingen te overstelpen, terwijl zij het te gelijker tijd de uiers aanbood om het te laten zuigen." Omstreeks 8 dagen na hun geboorte worden de kalveren door de reegeit medegenomen naar de weideplaats, na 10
De afgoden van zijn hart zijn een mooi zwartbont beest met volle uiers, en een jong paard voor een blinkende boeresjees met vergulde wielen. en wat dies meer zij. De Baker. Vrouwelijker dan het hare is er wel geen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek