Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Hij was nu vast overtuigd, dat Jansen iets bizonders van plan was. »Jij hebt een lange hand," zeide hij, »en hebt daar straks de grendels van de deur geschoven." »En jij hebt een lange tong," antwoordde Frits Jansen bedaard. »Je zet onmiddelijk het paard aan de ruif, of ik zal je er toe dwingen," zeide de wacht. »Jij?" zei de jonge Boer vol minachting, »jij?"
De slaven brachten versch stroo, dat zij spreidden tot legerstede; zij vulden de ruif vol hooi, vol haver en doorgeurden mijn maal met de eerste klaverblaadjes. Ik at en de geneesheeren onderzochten mijn wonden en zagen mijn tanden malen. Hij is jong! zeide de een. Maar hij is afgebeuld, zeide de ander. Hij heeft hout getorst, zei de derde en wees. Kijk, zijn hoeven breed zijn.
Lieflijk zijn die droomen voor hen, nu ze weten dat ze nooit meer den warmen stal, de gevulde ruif van Ekeby zullen verlaten. Ach, die zorgeloozen!
En dit maakte den meer dan tachtigjarigen Goethe zoo jongensachtig blij, dat hij op de revolutie niet lette. Lieve hemel! Daar kruipen er toch zooveel tegen de Parnassus op laat ze meekruipen! Hongerig en ontevreden was Schiller naar Weimar gekomen, in de verwachting een hapje of wat te mogen meeëten aan de hertogelijke ruif, die al zoo veel groote geesten in het leven hield.
In de groote kamer daarboven met de gewitte muren, de roodgeschilderde kisten en de groote tafel, waar de kaarten nog op de met brandewijn bemorste tafel liggen, waar de breede bedden door geel geruite gordijnen verborgen worden daar slapen de kavaliers. Ach, die zorgeloozen? En in den stal voor de gevulde ruif slapen de kavalierspaarden en droomen van de heldenfeiten hunner jeugd.
"Mooi, Dolle!" roepen de heeren uit éénen mond, en men spreekt af dat niemand zoo goed rijden kan als "de Dolle". Deze oogst zijne zegepralen in, met herhaald geknipoog tegen de wachtende staljongens. Een groot kwartier daarna: de paarden zijn aan de ruif, en Gerrit krijgt, met opgeslagen mouwen en op de midden aangevatte tang, een kooltjen uit den keukenhaard om zijn kort pijpjen op te steken.
Als ontleend aan de namen van byzondere soorten van kleedingstukken noemen wy nog de maagschapsnamen Ruygrok en Ruifrok, Ruigrok en Ruyfrok, allen het zelfde beteekenende. Immers ruig, ruif, ruw zijn niet aleen woorden van de zelfde beduidenis, maar ook van den zelfden oorsprong. Ook zijn deze namen al van oude dagteekening.
In het zevende hoofdstuk vertelde hij: als Tiberius, gekroond met laurieren, dat de bliksem hem niet trof, gezeten te hebben in den tuin van Capri; hij las er de schandelijke boeken van Elefantis, dwergen en pauwen rondom hem heen, vol statigheid; als Caligula had hij gedronken met knechten in den stal, had gegeten uit de ivoren ruif van een paard, met juweelen getuigd; als Heliogabalus had hij geverfd het gelaat, gezeten aan het spinnewiel met vrouwen, en de Maan gehaald van Carthago en haar in mystisch huwelijk gegeven aan de Zon.
In den hoek ter linkerzijde brengen een zestal latjes het deksel met den wand in verbinding, en komen wij te meer op het denkbeeld dat het gezegde toestel een ruif moet verbeelden, dewijl zeer in de hoogte nog eenige spichtige hooihalmen al treurende nederhangen.
Daarop bond hij het paard van den Franschman aan de ruif en nam er den zadel af, en toen hij er den mantelzak afnam, zeide hij: "Verduiveld was is die zwaar!" en legde hem in zijne haverkist, schudde het laatste voeder voor zijne paarden uit, en ging naar bed en sliep, alsof er niets bijzonders was voorgevallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek