Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Wij zien daar land en volk nog bijna, gelijk M. C. van Hall die beschreef in 1811: Hoeve en land, Vliet en bosschen, rieten daken Door Pomona mild omplant, Waar, in grove pij gedoken, 't Bruingeel pijpjen aangestoken Nijvre landman koning was, 't Zij men hem op 't paard zag rennen, Ceres' schatten huiswaarts mennen, 't Zij de meester voor hem las.
"Twaalf blaadjes!" zegt de jager, zich op de stalling nederzettende en een pijpjen uit zijn pet krijgende, terwijl hij het geweer tusschen de beenen houdt, waarvan de boerin de oogen niet af kan houden. "'t Staat in de rust, moeder!" "Nou ja, Arie; da's goed; maar een mensch is er toch altijd skrimpeljeuzig van!" "Heb je der al gevangen, Arie?" vraagt de boer. De boeren noemen het vangen.
"Mooi, Dolle!" roepen de heeren uit éénen mond, en men spreekt af dat niemand zoo goed rijden kan als "de Dolle". Deze oogst zijne zegepralen in, met herhaald geknipoog tegen de wachtende staljongens. Een groot kwartier daarna: de paarden zijn aan de ruif, en Gerrit krijgt, met opgeslagen mouwen en op de midden aangevatte tang, een kooltjen uit den keukenhaard om zijn kort pijpjen op te steken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek