United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


En justement wilde Gawein, hoewel hij des woords niet heel zeker was, vrijelijk vragen aan Gwinebant, of hij Ysabele minde en hoe en of Ysabele die gone was, wie hij reeds lang zoo trouwe was, dat hij met Lancelot samen hem, Gawein, had kunnen verlossen uit de Valleie der Ontrouwe Ridders... Maar op dit oogenblik, terwijl wemelde de burchthof van de baroenen en ridders en edelvrouwen, ratelde hoog in de lucht een razend gesnor aan en zagen allen een wijd-uit blauw gevleugelden fenixvogel aanzweven over de bosschen, over de vlakte, toen cirkelen boven den burcht, om in snelle zweefvlucht te dalen op het ronde en open plein.

Ik ben die gone, die wijs is van de burchten! grijns-grinnikte de onwijze dwerg. Wij gaan tot Camelot in den lande van Logres en dan terug naar Noordhumberland! Maar Lancelot, Lionel en al de baroenen wilden niet, dat de dwerg de Kar weg zoude rijden. En ook Koning Assentijn, die de poorte uit en de bruggen was over gekomen, wilde het niet. Wij en willen het niet! riepen zij allen.

Hij was ijverig in de weer en hij arbeidde sedert een uur of twee dapper, toen een heldere stem door het geopende venster met de morgenlucht naar binnen drong en weerklonk alsof een leeuweriken-gezang van den voet van het buitenplein tot hem opsteeg en een der heerlijkste melodiën van den dichter Moor voordroeg: "It is the last rose of summer, Left blooming alone; All her lovely companions Are faded and gone".

Met groote oogen starende, zag hij naar beneden, waar de menigte, zoekende, woelde om den burcht. Ik voel mij bet, hooge jonkver, zei Amadijs. Ik zal mijn heere volgen gaan. Hij wilde opstaan. Maar Ysabele, zacht glimlachende, hield hem tegen. Blijf... herhaalde Ysabele. En zeg mij.... Ik ben die gone, die nieuwsgierig is.... Vertel mij van Camelot. Zijn daar vele schoone edelvrouwen?

Het is te verre... Ik sterve... Mijn lieve heeren Koningen van Logres en van Endi, mijn oom Artur en gij, heer schoonvader, ik sterve... O wees des gewes... zoo ik voelde te kunnen genezen in het wonderbed, waarin Gwinebant ligt te genezen, ik en marde niet, want ik ben die gone... Hij bezwijmde bijna... En alle hunne angsten bogen zich over hem heen.

Ghi waert de gone Die mi dit dede anevaen. Het zou mij dan ook niet verwonderen, indien sommige ridderromans, bij den voortgang onzer wetenschap, bleken bewerkt te zijn door "clercken". De godsdienstige, hier en daar zelfs kerkelijke, tint, die over de bewerking van het Roelandslied en over den roman van Walewein ligt, die misschien ook in de Lorreinen te zien valt, geeft tot dit vermoeden wel eenigen grond .

Ik ben die gone, die wèl dat lieve, schoone leven minne...... Wonder, Aventure, battalgiën en...... schoone vrouwen: ik heb ze wellicht te lieve gehad...... Vrienden, ik en biechtte nooit! Vrienden, roept mij den huispaap...! De huispaap trad voor. Ik biecht...... stamelde Gawein.

Mijn Prins, ten tweede male zal ik het Zwevende Scaec u achterhalen; mijn Koning, ten derden male, al ware het over tien jaren weêr, zoû ik het Scaec u achterhalen, zoo het ten derden male zich kondde en voor u omneder zweefde. Want ik ben die gone, die trouw u is en was en zijn zal, in den Aventure, die was, in den Aventure, die is, in den Aventure, die zijn zal.

Hij is des Konings Arturs ridder van Tafel-Ronde, hij is Gawein; hij is die gone, die tien jaren her dezen mijnen koninklijken burcht belegerde, alleen hij, strijdende tegen vierwerf twintig man aan mijner twaalf poorten elk; hij is die gone, die ze alleen versloeg, zelfs zonder den schilknaap dien ik nu achter hem zie, en door het bloed waadde... weet gij, mijne roze, tot wie?

Wapent u, vrienden! riep Merlijn, die reeds opsteeg in zijn fenix. Garsoenen, zadelt de rossen! Wapenknechten, grijpt de spiezen! De tijd dringt! Wel heb ik mijn gnomen bevolen met prikkelige tooverdraden, door het foreest gespannen, Clarioen tegen te houden, maar de tijd dringt, de tijd dringt! Ik ben, ofschoon toovenaar, maar die gone, die mensch is als gij!