Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Men u op uwen steel sagh flaeuwen en beswymen, Die waert des vreyers wensch, der oudren soete hoop. Uw geest gebluscht is en de fackel van uw Hymen, 't Is kostlyck, dat om gout noch tranen is te koop.
So dat ic blive in minen staet Ende van den jonghelinc onghequelt, Daer ghi mi dus vele af telt, Dat ic sijns mach wesen vri. Meester: Her coninc here, soe hoert na mi, Edel baroen, edel wigant: Ghi selt mi gheve alte hant Enen scat met mi te voeren, Ende ic zal in corten uren Daer waert riden onghespaert. Den jonghelinc van hogher aert Sal ic ghecrighen met miere const.
Si en wilt haer niet te mi waert keren, Dies lijdt mijn herte rouwe groot. Van Deenmerken Lanseloet, Ic hebbe u herde wel horen vriën.
De geest haelde de drij potten uit de' put en zé mê 'en holle stem: Da zijn drij potte' geld, die ik had verbeurgen eer dat ik dood was. Eer dâ ge dood waert! riep Jan heel verwonderd. Zijde gij dood? Dâ zoude nie zegge', 'k Geloof dâ ge me wat opwindt.
Uw mastbosch draeght ook goude vruchten, Een bosch, van Princen waert bezien, Amsterdam. Prins Kosmo dreight den Griekschen roover Te ketenen op Tunis strant. Italiaen. Scheept Putten met uw krijghsvloot over, Zoo wordt die zeepest uitgebrant. Amsterdam. Dan keerenze met Kriste-slaven, En Smyrna ziet den handel vry. Italiaen. En d' Aemstelheer onthaelt zijn braven Met zeekortouwen langs het Y.
O Esmoreyt, wel scoene jonghelinc, Hoe sere verwondert mi dese dinc, Dat ghi waert vonden sonder hoede; Want ghi dunct mi van edelen bloede Bi de ghewaden, die ghi hebt an Nu comt met mi, wel scoene man, Ic sal u als minen broeder doen. OP SICILI
Maar spreek mij geene vreemde talen, die ik toch niet versta." Barbanera bedacht zich een oogenblik, en terwijl het water weder de bloedkleur aannam, zong hij het referein van een Platduitsch liedje: "Waert up de fruntering! De Viant ist da." "Men moest een ezel zijn, om dit niet te begrijpen," zeide Adeelen, terwijl hij vergenoegd aftrok.
Huib hoorde wat van "eickenhout, boterbloem en gout," en begon het een met het ander in verband te brengen; maar het gezang hoorde hij echter nog niet goed, hoewel het steeds nader kwam. "Wat is een dier zyn vryheid waert! Wat mist het aan zyn wensch; Terwyl de vreck zyn potgelt spaert! O slaef! O, arme mensch!" "Nu nog mooier! Nu ik "potgelt" heb, zou ik een "vreck" zijn.
Ghi waert de gone Die mi dit dede anevaen. Het zou mij dan ook niet verwonderen, indien sommige ridderromans, bij den voortgang onzer wetenschap, bleken bewerkt te zijn door "clercken". De godsdienstige, hier en daar zelfs kerkelijke, tint, die over de bewerking van het Roelandslied en over den roman van Walewein ligt, die misschien ook in de Lorreinen te zien valt, geeft tot dit vermoeden wel eenigen grond .
Maar onmiddellijk daaraan vooraf gaat een bede tot "den heyligen kerst" en op den laatsten hier medegedeelden regel volgt: Dat seder ghesmeedt waert Dat Christus gheboren waert. Opmerkelijk is ook, hoe de onharmonische vermenging van oud-nationaal en Christelijk geloof zich hier openbaart in het gemis aan samenhang en harmonie van het gansche stuk .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek