Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Verder Lelie, De Lelie, Lely en Van der Lelie; deze laatste naam is hoochst waarschijnlik ontleend aan eenen huisnaam of aan een uithangbord »de Lelie." Vervolgens Tulp, Boterbloem, Distelbloem, Vlasbloem en Vlasblom, Korenblom, Heyblom. Kleinbloesem is een geslachtsnaam van meer algemeenen aard.
"Heden Tante!" zeide Suzanna, met een onnoozel gezicht: "is het de schuld van Ds. Boterbloem, dat de dijk doorgebroken is? Vader zeide, het was de schuld van het Dijkcollege, dat met de Vijf Steden overhoop lag." "En wat is dit anders," vroeg Tante, het gezegde mijner zuster ernstiger opnemende dan het verdiende: "dan een bevestiging van hetgeen ik zeide?
klonk het op een flinken toon een heel eind voor hem uit. Huib Maerlant hoorde het niet en liep mijmerend voort. "Hoe ruischt de koelte in 't eickenhout, En versch gesproten lof! Hoe straelt de boterbloem als gout! Wat heeft de wiltzangh stof!
De laatste gele boterbloem, Die bloeide tusschen 't dorrend gras, Deed mij den tijd gedenken toen Het Lente en zij nog bij mij was. Die Lente-tijd keert nimmer weer, O, Leven, wat is uw droefnis groot, Al wat zoo schoon is, is zoo teer Zoo broos, zoo wreed de Dood.
Wel is dit wederom een bezoeking des Heeren en een straf der ontrouwe gemeente, dat zij zulke ongeloovige en bedrieglijke leeraars en herders beroept, gelijk nog onlangs heeft plaats gehad in de verkiezing van den Sociniaanschen Boterbloem, die mede een van dezulken is, "die ydelheyt spreecken ende leugen sien, ende seggen: de Heere heeft gesproken; daer de Heere haer niet gesonden en heeft: en daarom zeyt de Heere: ik zal hen door eenen grooten stormwint in mijne grimmigheyt splijten ende daer sal een overstelpende plasregen zijn in mijnen toorn, ende groote hagelsteenen in mijne grimmigheyt, om dien te verdoen.""
Huib hoorde wat van "eickenhout, boterbloem en gout," en begon het een met het ander in verband te brengen; maar het gezang hoorde hij echter nog niet goed, hoewel het steeds nader kwam. "Wat is een dier zyn vryheid waert! Wat mist het aan zyn wensch; Terwyl de vreck zyn potgelt spaert! O slaef! O, arme mensch!" "Nu nog mooier! Nu ik "potgelt" heb, zou ik een "vreck" zijn.
Op klei en veen, op geest en duinzanden, op land en water, wassen hier in een kort bestek de kruiden en heesters van ver uit een liggende landstreken: de plant der Alpen en het zeewier, de boterbloem der moerassen en het varenkruid. Over de kelken dezer in het wild verspreide bloemen zweven tallooze bontgewiekte vlinders, en dartelen en glansen in de zomerzon.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek