United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er lichtten geen wilde glansen in zijn zachte grijze oogen, slechts kalme vastbeslotenheid en een onwrikbaar vertrouwen in de Hoogere Macht die hem leidde. Eén man slechts vond hij die instemde in zijn plan, en dat was Ra Vatoe, die hem in het geheim aanmoedigde en aanbood hem gidsen te leenen tot aan de eerste uitloopers van de bergen.

Hoe kon hij iets weigeren, hier, waar de geheele Olympus tot weigeren te zwak zou zijn? Hij raakte met zijn mond de tipjes van hare rozige nagels, en zij keek weemoedig op de witte, nauwkeurige lijn, die onder de glansen van een welriekende zalf zijne geverfde haren in twee zorgvuldige bouten scheidde. Ze begonnen los te praten en mijnheer du Bessy werd brieschend als een jong veulen.

Het koper van de vier ouderwetsche kroonluchters, die veelarmig boven de twaalf ongelijke tafeltjes hingen, was met een roodachtig roest overblekt, waarlangs de hellere glansen van een door den tijd gepoetst metaal lichtelijk uitglommen. De belichting was mild, oranje-zacht en ongemeen warm.

Meest in aantal en verscheidenheid waren de meeuwen, groote roodbruine, zooals ook langs de zeekust vliegen, parelgrijze met paarlmoerachtige glansen langs de borst en de onderzijde der vleugels, en kleine, heel smalle, die zoo wit waren als schuim, en een langen, scherptrillenden kreet uitstieten, terwijl zij in wijde kringen zeilden.

Achter in de boot, aan den stuurriem, stond een jonge man, gekleed in het tropisch wit dat den Europeaan kenmerkt. Maar hij was niet heelemaal Europeaan. Het gouden ras van Polynesië verraadde zich in het zonnebrons van zijn blanke huid en schoot gouden glansen en lichtflitsen door het schemerig blauw van zijn oogen.

Plotseling aarzelde de zon bleek neêr, schuchtere glansen breedden over de bladen, wijd uit; daarna geelde zij, geler, en geler, geel-lachend over de treurige boomen, toen glimmend, warmend, goud-bruin strijkend langs de stammen, goud-zwart over den grond. En alle bladeren glinsterden een oogenblik. Mathilde trad voort, bezijden het huis naar voren.

De gebroeders hadden er al samen over gesproken hoe zeer hij veranderd was: kleurige kleederen droeg hij, met glansen, hij schoor zijn kin en krulde zijn kneveltje gelijk een edelman.

Hij vereenzelfdigde met dat "schoon" blijkbaar de rijkelijkheid van haren zwarten mantel, de mooiheid van haar wijnmoeren hoed, de glansen van hare kostbare pelsen, en de weelde van de gouden beurs, die zij tusschen hare handschoenen half-geborgen hield.

Tapijten gelijk, lagen de landen vlak, uitgerold tusschen de slingers der slooten, die luchtspiegelend van glansen wisselden onder het geblaas van den wind.

Ter andere zijde de diepe blauwende zee in het verschiet, nu eens als een lichte nevel aan den horizont, nauwelijks te onderscheiden van de zachte wolkjes, die er boven zweefden, dan weer opdoemend voor het oog als een ringmuur van staal, door gouden glansen betint.