Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Hij reed sierlijk, als vastgeregen aan den zadel. Het water dat achter zijn bruin-schaduwende gestalte vlak uitklaarde, rilde zijig, staalstippelend onder het rusteloos koeltje en over de violette glansen van het waterdiep. Het was mijnheer Sörge. Hij groette op afstand en hield even zijn paard stil. Ze boog langzaam haar hoofd en reed door.
De beide jongens echter sliepen niet, vonden dit heerlijk: deze weelderige wiegeling op de telkens wisselende slavenschouders. Zij keken steeds uit: de zweetende slaven glommen als gepolijst brons, als koper glommen zij soms in den zonneschijn. Er liepen gouden glansen over de zweet druipende zwartheid hunner spierige armen, er blauwden de schaduwspelingen over hun harige borst.
Kleine lichtende stippen, of liever gesluierde glansen, dwalen door den reuzigen kuil; maar wij kunnen de mijnwerkers niet onderscheiden, zelfs niets bespeuren wat aan eene menschelijke gedaante denken doet.
Er was een oogenblik van gevaarvolle afwachting: voor het grijze doek der tent de hooge gestalten der twee krijgslieden, kleurig gekleed, tegenover hen de twee monniken, hand in hand slechts de oogen dier vier bewogen in donkere glansen.
Als een vrouw, die, met genietende oogen, haar hoofd opheft tot haar man, om bezien en gekust en gestreeld te worden, hief Mathilde haar hoofd naar den nacht. En de nachtwind drukte zich tegen haar borst, gleed langs haar hals en haar wangen, kuste haar mond. De sterrenhemel, zacht en goud, daalde neêr, bescheen haar witte gezicht met stille glansen.
Op klei en veen, op geest en duinzanden, op land en water, wassen hier in een kort bestek de kruiden en heesters van ver uit een liggende landstreken: de plant der Alpen en het zeewier, de boterbloem der moerassen en het varenkruid. Over de kelken dezer in het wild verspreide bloemen zweven tallooze bontgewiekte vlinders, en dartelen en glansen in de zomerzon.
In een woud van donkere oude boomen, waarop de zon soms liefelijke glansen toovert, ligt in zijne breede grachten de oude burcht; met stomme smart heft hij zijne hooge vervallen daken en zijne spitse torens naar den blauwen hemel. Stil is het op het voorplein; de muren zijn gebarsten en dreigen te storten in het spiegelende water; gebroken zijn de vensters, ledig en verlaten de holle zalen.
Hij was zoo groot als een duiven-ei, een volmaakte bol, van een blankheid die opalen glansen terugwierp van alle kleuren er om heen. Hij leefde. Nooit had Raoul zoo iets gezien. Toen Mapoehi hem in zijn hand liet vallen, was hij verrast door het gewicht. Dat bewees, dat het een goede parel was. Hij onderzocht hem nauwkeurig, door een zak-vergrootglas. De parel was zonder barst of vlek.
Nooit had hij haar zoo aangekeken, nooit had hij het gewaagd, en nu nog meende hij dat hij het niet wagen zou; maar hij was bedwelmd en al wat hij sinds jaren in het diepste van zijn hart heimlijk had vastgekerkerd, 't sprong nu met één vuurwip op in de glansen van zijne oogen.
"Je hebt kinderen, nietwaar?" hernam hij ernstig: "welnu, ga dan de kinderen zien, die in de fabrieken werken; keer naar huis terug, en schrijf." De nijgende zon wierp gouden glansen over de golvende korenvelden. Ik drukte hem de hand. Wij hadden in Gods prachtigen tempel ons verbond gesloten. En, Landgenooten, de schrijver dezer regelen ging, en zag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek