Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


De beide jongens echter sliepen niet, vonden dit heerlijk: deze weelderige wiegeling op de telkens wisselende slavenschouders. Zij keken steeds uit: de zweetende slaven glommen als gepolijst brons, als koper glommen zij soms in den zonneschijn. Er liepen gouden glansen over de zweet druipende zwartheid hunner spierige armen, er blauwden de schaduwspelingen over hun harige borst.

Het grasveld vlak voor de ruiten scheen hoog heen te stroomen, kwatelend en kabbelend in den wind, die er van uit de schuddende hooge boomgevaarten wolken zwartheid op nederwoei, met de golfkammen der nog als groen uitkomende hoogste grassprietjes en de schuimvlokken der witte rozen.

Dit hol kent geen wijsgeeren; zijn dolk heeft nooit een pen versneden. Zijn zwartheid heeft niets gemeens met de edele zwartheid van den inkt. Nooit hebben de vingers der duisternis, die zich onder dit verstikkend gewelf krommen, een boek doorbladerd, een dagblad opengeslagen. Babeuf is voor Cartouche een werkgever; Marat is een aristocraat voor Schinderhannes.

Het grasveld stroomde langzaam voort, donkerder, terwijl de bloemen-kleuren in zijn hooger grommelende groene zwartheid verloren gingen. Het witte kiezelsteenen pad, vlak voor de ruiten, vlood heen, giegelde ijlings weg onder de zwarterige warreling die er bij scheutjes op neêr rookte en weêr opwiemelde, kringend en krullend als stof om dansende voeten.

Zij dreigden en voorspelden, zij waren ontzachlijke steenen graven, stom en meêdoogenloos, langzaam waggelend op dezelfde plaats in de zee van grauwheid. En zij naderden in hobbelende zwenkingen, als met een heesch krijschen en een knersend gillen hunner fondamenten, hun vervaarlijke blokken naar Mathilde heenbewegend in de stormende zwartheid.

De iepen stuwden hun breede donkere lijven tegen de zwarte lucht, zich als een bergketen samen-sluitend, tusschen wiens toppen watervallen klaterende zwartheid naar beneden gudsten, in een storm van droefheidsgebaren hun lange armen sidderend losrukkend en er in een kramp van jammeren meê wijzend tegen den donkeren hemel.

Ze leken dan zoo precies op elkaar, moeder en Ant: de twee lange, gelige gezichten met de roode koonen, onder het zwart van wimpers en wenkbrauwen, blaakten gepaard in den lampeschijn; en bogen zij de hoofden, dan werd beider grof-pluizig golfhaar als één wriemeling van warrige zwartheid.. 't Kind ervoer het als een onheilspellende somberte, griezelig om naar te kijken.

En de muren van het huis scheurden en de grond spleet open, En, zinneloos, voelde zij zich wringen en in een afgrond sleuren, steeds vallend in steeds dieper zwartheid, de leden geprangd in nauwe klemmen, het hoofd bonzend tegen de vooruitstekende punten der in-een-stortende omgeving. Een wind van ijs en een zwarte watervloed voeren over haar heen. Mathilde viel neêr voor het venster.

Maar Tobias Peppel vóóral heeft mij gelùkkig mijn dwaling doen inzien. De heer Van Genderen ontdoe zich van dien jammerlijken verfijningsschijn. Hij getrooste zich de "viesheid" en zwartheid der vochte aarde, die al het levende voedt.

Toen kwam iets over haar drijven als eene somberheid van wolken en zij huiverde voor wat eensklaps door haar heen klotste: een breede stroom van zwartheid, als lag er veel modder op de bedding van dien stroom, als borrelde die modder naar boven in troebele kringen, die grooter werden en grooter!

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek